H5 Paragraaf 3 Bewegen soorten bewegingen en grafieken

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Bij de meeste vragen kun je de afbeelding vergroten.

Open vragen: 

- Rond je antwoord af op een heel getal tenzij anders staat aangegeven bij de opdracht, dan rond je af op het aantal decimalen dat staat aangegeven.

- Vul alleen het getal in zonder de eenheid.

- Gebruik in je antwoord een komma, geen punt.

Belangrijk

Slide 2 - Slide

Wat kan je zeggen van de snelheid bij
een eenparige beweging?
Welke afstand heeft de motorrijder uit de afbeelding in het ECHT afgelegd?
A
8,80 m
B
10,72 m
C
12,64 m
D
14,56 m

Slide 3 - Quiz

Wat kan je zeggen van de snelheid bij
een eenparige beweging?
Wat kun je zeggen van de snelheid bij een eenparige beweging?
A
de snelheid neemt af
B
de snelheid blijft gelijk
C
de snelheid neemt toe

Slide 4 - Quiz

Wat kan je zeggen van de afstand bij
een eenparige beweging?
Wat kan je zeggen over de toename van de afstand bij een eenparige beweging?
A
de afstand die iedere seconde wordt afgelegd wordt steeds groter
B
de afstand die iedere seconde wordt afgelegd wordt steeds kleiner
C
de afstand die iedere seconde wordt afgelegd Blijft gelijk

Slide 5 - Quiz

Luke doet mee aan een triatlon. Hij legt de 3,8 km zwemmen af in drie uur, de 180 km fietsen in zes uur en de 42 km marathon in vier uur.

Bereken de gemiddelde snelheid in km/h voor de hele triatlon op 2 decimalen nauwkeurig.
Welke beweging maakt Albert in de afbeelding?
(hij rijdt achteruit)

A
Stilstand
B
Eenparige (constante) beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Eenparig versnelde beweging

Slide 6 - Quiz

Luke doet mee aan een triatlon. Hij legt de 3,8 km zwemmen af in drie uur, de 180 km fietsen in zes uur en de 42 km marathon in vier uur.

Bereken de gemiddelde snelheid in km/h voor de hele triatlon op 2 decimalen nauwkeurig.
Welke beweging maakt Albert in de afbeelding?

A
Stilstand
B
Eenparige (constante) beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Eenparig versnelde beweging

Slide 7 - Quiz

Sleep naar de juiste plaats -1
Afstand (S) = blauw
Snelheid (v) = rood

Slide 8 - Drag question

Sleep naar de juiste plaats -3
Afstand (S) = blauw
Snelheid (v) = rood

Slide 9 - Drag question


Welke beweging is in de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 10 - Quiz


Welke beweging is in de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 11 - Quiz


Welke beweging is in de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 12 - Quiz


Wat voor soort beweging is in deel B van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 13 - Quiz


Wat voor soort beweging is in deel A van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 14 - Quiz


Wat voor soort beweging is in deel C van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 15 - Quiz


Wat voor soort beweging is in deel A van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 16 - Quiz


Wat voor soort beweging is in deel B van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 17 - Quiz


Wat voor soort beweging is in deel B van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 18 - Quiz


Wat voor soort beweging is in deel C van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 19 - Quiz