Communicatieve functies 8 Controlefunctie Les A1

• SVT
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Een rechtvaardiging

De 6 hoofd-emoties

- Angst

- Vreugde

- Bedroefdheid

- Boosheid

- Afschuw

- Verrassing

Angst

- rusteloosheid

- zorgelijk

- schrik

- afgrijzen

- hysterie

- paniek

Vreugde

- Plezier

- Extase

- Euforie

- Geluk

- Genot

- Enthousiasme

Bedroefdheid

- depressie

- ongelukkigheid

- ellende

- weemoed

- wanhoop

- vernedering

Boosheid

- woede

- boos

- bitter

- haat

- wrok

- agitatie

Verrassing

- Verbazing

- Schrik

- Bevreemding

- Verwondering

- Overrompeld

- Ontsteltenis

Afschuw

- Verontwaardigd

- Beledigd

- Walging

- Weerzin

- Minachtend

- Cynisch

Controller

Een vriendje van je jongere broertje/ zusje is op visite geweest en heeft de controller van je broertje/ zusje kapot gemaakt.

Hij/ zij is boos en verdrietig.

Welke emotie herken je bij je broertje/ zusje?

Wat zou je tegen je
broertje/ zusje kunnen
zeggen om hem/ haar
te helpen?

Fiets

Na een middagje winkelen vindt je vriend(in) zijn/ haar fiets kapot terug.

Welke emotie herken je bij je vriend(in)?

Wat zou je tegen je
vriend(in) kunnen
zeggen om hem/ haar
te helpen?

Mouw

Je vriend(in) heeft van zijn/ haar eerste loon een dure jas gekocht. Je vriend(in) blijft ergens aan haken en zijn/ haar dure jas gaat kapot. 

Welke emotie herken je bij je vriend(in)?

Wat zou je tegen je
vriend(in) kunnen
zeggen om hem/ haar
te helpen?

Controller deel2

Je broertje/ zusje heeft de 'sloper' gesproken. Deze zegt dat controllers gemakkelijk stuk gaan en dat hij/ zij zich niet zo moet aanstellen.

Welke emotie herken je bij je broertje/ zusje?

Wat zou je tegen je
broertje/ zusje kunnen
zeggen om hem/ haar
te helpen?

Testen of je de emotie kan herkennen

1. Twijfel
2. Moeheid
3. Walging
4. Geen zin

1. Boos
2. Beledigd
3. Moordlustig
4. Het zal wel

1. Twijfel
2. Boos
3. Bedreigd
4. Tevreden

1. Blij
2. Boos
3. Bedroefd
4. Bang

1. Wanhoop
2. Verdriet
3. Schrik
4. Zorgelijk

1. Angstig
2. Bang
3. Tevreden
4. Verrassing

1. Verrassing
2. Wantrouwen
3. Verdrietig
4. Enthousiasme

1. Wantrouwen
2. Radeloos
3. Weetikveel
4. Verdrietig

1. Twijfel
2. Gelukkig
3. Gemaakt vrolijk
4. Verdrietig

1. Boos
2. Angstig
3. Geïrriteerd
4. Hysterisch

Boos

blij

bedroefd

bang

afkeer/walging

verbazing

schaamte

liefde

tevredenheid

Frustratie

teleurstelling