This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhalen 7.4 en bespreken 7.5
Slide 1 - Slide
Opdr 39: Een korstmos is een symbiose tussen een alg en een schimmel. De alg vormt glucose en geeft dat als voedsel aan de schimmel. De schimmel geeft water en voedingszouten aan de alg. Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
D
Predatie
Slide 2 - Quiz
39B: Verklaar dat korstmossen vooral op de zuid-westkant van boomstammen te vinden zijn.
Slide 3 - Open question
In de bodem van het bos leven nematoden (rondwormen of aaltjes) en allerlei soorten schimmels. De meeste schimmels breken dood organisch materiaal af, maar de schimmel Drechslerella anchonia vormt draden waarmee het levende nematoden vangt. Hoe heet de relatie tussen nematoden en de schimmel Drechslerella anchonia?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
D
Predatie
Slide 4 - Quiz
Licht toe dat de predatorpopulatie bij een dynamisch evenwicht veel kleiner is dan de prooipopulatie.
Slide 5 - Open question
45A: Hoeveel mijten per m2 zijn er op 10 augustus? En hoeveel roofmijten?
Slide 6 - Open question
45C: Verklaar dat de piek bij roofmijten enkele dagen later is dan de piek bij mijten.
Slide 7 - Open question
Leerdoelen 7.5 Voedselketens
Het verschil kunnen uitleggen tussen autotrofe en heterotrofe organismen
De trofischeniveaus kunnen herkennen in een voedselketen of voedselweb
De energiestroom kunnen beschrijven door een voedselweb
Slide 8 - Slide
Wat zijn wij mensen?
A
Carnivoren
B
Herbivoren
C
Omnivoren
Slide 9 - Quiz
Wat zijn wij mensen?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
Slide 10 - Quiz
Autotrofe organismen
Heterotrofe organismen
Carnivoor
Herbivoor
Omnivoor
Planten
Slide 11 - Drag question
Planten zijn producenten/autotrofe organismen. Wat produceren ze en hoe doen ze dat?
Slide 12 - Open question
KLM vliegt tegenwoordig met 1% biobrandstof in hun kerosine. Wat is biobrandstof?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Video
01:25
Is deze zeeslag een autotroof of heterotroof organisme?
A
Eerst autotroof, daarna heterotroof
B
Eerst heterotroof, daarna autotroof
C
Zijn hele leven autotroof
D
Zijn hele leven heterotroof
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Wat is de koolmees (kleine vogel) in deze voedselketen?
A
Producent
B
Consument 1e orde
C
Consument 2e orde
D
Consument 3e orde
Slide 17 - Quiz
Wat is er fout aan dit voedselweb?
Slide 18 - Open question
Zelfstandig werken
Maak opdracht 52 t/m 54, 56, 57 en 59 t/m 61
Klaar?
Lees toepassen Vossen, hier gaan we donderdag mee verder.
Na de vakantie: Herhalen we de toetsweek stof en oefenen we met de examentraining