Extreem weer

Extreem weer
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WereldorientatieBasisschoolGroep 5-7

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Extreem weer

Slide 1 - Slide

Droogte
Hitte
Overstroming
Tsunami
Storm
Orkaan
Tornado
Deze onderwerpen bespreken we deze les

Slide 2 - Slide

Droogte
Temperatuur overal steeds wat hoger, daardoor wereldwijd meer watertekort en dus droogte komt 
Komt ook door verspilling en vervuiling.
Oppassen voor Dag Nul: geen water meer uit de kraan
Grote gevolgen voor de mens: 
meer bosbranden, oogsten mislukken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Je ziet hier op het kaartje vooral veel watertekorten in de droge klimaten (boven en onder de evenaar). Kun je een verklaring geven waarom er in het noorden van Rusland en Canada ook rode zones zijn?

Slide 5 - Slide

Waarom zijn er in het noorden van Rusland en Canada ook rode zones?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Hitte
Hittegolf: min. 5 dagen > 25°C, waarvan min. 3 dagen >30°C
Wereldwijd steeds meer hittegolven en ze duren ook langer
Naast hittegolven ook veel hitterecords gebroken


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Wat is GEEN gevolg van de toenemende hitte?
A
stijging ziektes
B
doodgaan gewassen
C
kortere lontjes
D
verschuiving klimaat

Slide 11 - Quiz

Overstroming
Water op een plek waar dat normaal niet is

Kan een aantal oorzaken hebben:
Heel veel regen, een gescheurde dam of dijk, het snel smelten van sneeuw of ijs 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Watersnoodramp
31 jan - 1 feb 1953
door zware storm, dijken braken door
100.000 huizen verwoest
hierna: Deltawerken (o.a. betere dijken, afsluitingen vanaf zee)


Slide 14 - Slide

Tsunami
Heel erge vloedgolf, veroorzaakt door een zeebeving
Is op zee nog niet zo sterk, maar bij land (ondieper) heel hoog
Verplaatst zich met topsnelheid van 800 km/u

2004: voor het eerst wereldwijd in nieuws, Zuid-Oost Azië, vloedgolf van wel 12m hoog



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Storm
- gewone storm  => vanaf windkracht  9 (75 km/u)
- onweersstorm  => met donder en bliksem, elke dag 2000, 
                                          per seconde 100 flitsen, tot 500 miljoen liter,
                                          warm vochtig weer botst op koufront
- zandstorm          => zeer droge periode, wind neemt zand mee
- sneeuwstorm    => blizzards, combinatie harde wind/ijzige kou
                                           gevoelstemp. nog lager, gevaarlijk

Slide 17 - Slide

Welke van de soorten stormen is het gevaarlijkst denk je?
gewone storm
onweersstorm
zandstorm
sneeuwstorm

Slide 18 - Poll

Met welke van de 4 soorten stormen hebben wij hier in NL niets te maken? En waarom?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video

Orkaan
Vanaf windkracht 12 (sneller dan 119 km/u)
Ontstaat boven zee en groeit daar steeds krachtiger
Kan een paar dagen of zelfs een paar weken duren
Kan zo groot zijn als heel NL, met oog in het midden 
Is geen wervelwind (tornado)
Veel erger dan tornado's want groter en duren langer
Krijgen een naam volgens een vaste lijst
Stormschaal
1969: Saffir&Simpson
categorie  -  windsnelheid
          1             119-153 km/u
          2            154-177 km/u
          3            178-209 km/u
          4            210-249 km/u
          5            vanaf 250 km/u 
In het oog zéér lage luchtdruk en windstil.
Alle lucht en wolken 'racen' naar die lage luchtdruk.
Door draaiing van de aarde komt er een draaibeweging in. 
soms ook wel: 
cycloon of tyfoon

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Wat klopte er niet in het filmpje?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

Slide 25 - Link

Tornado
'hurricane': wervelwind 
vaak zichtbaar doordat waterdamp in de storm condenseert of doordat de storm materiaal optilt
komen vooral voor in het midden van de VS
(daar ook veel stormjagers)
hangen samen met onweersbuien in vochtige lucht en sterke wind op enkele kilometers hoogte

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

We hebben deze les 7 vormen van extreem weer bekeken. Welke?

Slide 28 - Mind map