Suïcidaliteit bij kinderen en jongeren

Hoofdstuk 18
Suïcidaliteit bij kinderen en jongeren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 18
Suïcidaliteit bij kinderen en jongeren

Slide 1 - Slide

1. Onder welke categorie valt de suïcidaal-gedragsstoornis?
A
Neurobiologische ontwikkelings stoornissen
B
Depressieve-stemmingsstoornissen
C
Angststoornissen
D
Aandoeningen die verder onderzoek behoeven

Slide 2 - Quiz

2. Sleepvraag
Bij de volgende vraag is het de bedoeling dat elk begrip wordt gekoppeld met een juiste omschrijving. 

Slide 3 - Slide

Suïcide of zelfdoding
Suïdicepoging of poging tot zelfdoding
Opzettelijke of doelbewuste zelfbeschadiging
Suïcidale intentie
Doodswens
Suïcidale ideatie
Doodsideatie
Aan zichzelf toegebrachte handeling met de door de persoon gewenste dood tot gevolg. 
Zelf uitgevoerd/ uitgelokt gedrag dat niet dodelijk is. 
Gedragingen waarbij, zonder tussenkomst van anderen letsel wordt toegebracht aan het eigen lichaam, ongeacht de intentie.
Aanwezig zijn van min of meer concrete plannen om zich te suïcideren.
Wens om dood te gaan, zonder dat er plannen zijn (gemaakt).
De neiging om in gedachten bezig te zijn met de beeïndiging van het leven zonder dat er concrete plannen zijn gemaakt.
De neiging om zich meer dan gebruikelijk en langer achtereen bezig te houden met de eigen dood of die van anderen

Slide 4 - Drag question

3. Bij alle zojuist genoemde gedragingen of gedachten kunnen we spreken van suïcidaliteit. Wanner hebben we het over suïcidaal gedrag?
A
Geslaagde suïcide
B
Geslaagde suïcide of een suïcidepoging
C
Geslaagde suïcide, een suïcide poging of opzettelijke zelfbeschadiging
D
Suïcidaliteit omvatten dezelfde gedragingen en gedachten

Slide 5 - Quiz

4. Welke van de volgende opties is géén ontwikkelopgave welk een kind succesvol moet afronden voor er een volledig besef van de dood is ontstaan?
A
Beseffen dat het lichaam niet meer functioneert
B
Beseffen dat de dood geen gevolg is van het doen van "slechte dingen"
C
Beseffen van de dood onomkeerbaar is
D
Beseffen dat ze zelf ook sterfelijk zijn

Slide 6 - Quiz

5. Wat is er vaak anders bij zelfverwondend gedrag bij zowel mensen met een verstandelijke beperking, als mensen met autisme als bij een psychosse?
A
Het motief
B
De manier waarop
C
De leeftijd waarop
D
Het verschil in prevalentie tussen mannen en vrouwen

Slide 7 - Quiz

6. Welke van de volgende uitspraken over prevalentie is niet waar?
A
Bij adolescenten onder de 15 jaar is het aantal suïcides relatief laag en vrij stabiel.
B
Veel suïcide pogingen worden niet opgemerkt waardoor de slachtoffers ook geen hulp krijgen.
C
In verhouding slagen de suïcide pogingen bij meisjes vaker dan bij jongens.
D
Suïcidale ideatie komt het meeste voor onder adolescenten.

Slide 8 - Quiz

7. Welke van de volgende uitspraken m.b.t. verschillen tussen landen en culturen is niet waar?
A
In landen waarin vrouwen minderwaardige posities innemen, plegen zij vaker suïcide.
B
In België plegen in verhouding minder mensen suïcide dan in Nederland.
C
Suïcide komt het meest voor tussen de leeftijd van 50 en 60 jaar.
D
Er is een Japanse religie waarin geaccepteerde redenen zijn voor het plegen van suïcide.

Slide 9 - Quiz

8. Onder welke etnische groep in de Verenigde Staten vindt meer suïcide plaats?
A
Blanke Amerikanen
B
Afro-Amerikanen
C
Er is geen verschil tussen beide groepen
D
Het verschil tussen beide groepen is onduidelijk

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Wat versta jij onder risico- en beschermingsfactoren bij suïcide?

Slide 12 - Open question

Risico factoren

  • Erfelijk aanleg
  • Persoonlijkheidskenmerken
  • Cognitieve vaardigheden
  • Negatieve levensgebeurtenissen

Slide 13 - Slide

Genetisch onderzoek heeft aangetoond dat suïcide en/of zelfbeschadiging vaker voorkomt bij...

Slide 14 - Open question

Persoonlijkheidskenmerken 
  • Impulsiviteit
  • Agressiviteit
  • Hopeloosheid
  • Zwart-wit denken
  • Perfectionisme
  • Gering zelfvertrouwen en laag zelfbeeld 

Slide 15 - Slide

Hoeveel mensen zullen een zelfmoord poging op voorbedachte raden plannen?
A
Een kwart van de mensen die aan zelfmoord denken
B
drie kwart van de mensen die aan zelfmoord bedenken

Slide 16 - Quiz

Agressiviteit
  • Zelf doel agressie
  •  vuurwapengebruik, verhanging of springen van grote hoogte
  • Moord-zelfmoord-combinaties

Slide 17 - Slide

  • Hopeloosheid
  • Zwart-wit denken
  • Perfectionisme
  • Gering zelfvertrouwen en laag zelf beeld 

Slide 18 - Slide

Hoe zou jij een student benaderen die suïcide gedachten heeft?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Link

Preventie van suïcidaliteit 
  • Verminderingen toegankelijkheid van middelen
  •  Beperken van alcohol- en drugsgebruik
  • Voorzichtigheid in berichtgeving
  • Verminderen van psychische en psychosociale problematiek
  • Gatekeepertraining en signaleren van suïcidaal gedrag 

Slide 21 - Slide

Hoe word suïcidaal gedrag
behandeld?

Slide 22 - Mind map

113 zelfmoord preventie
https://www.113.nl/
  • Gratis online trainingen 
  • Chatten
  • Advies


Slide 23 - Slide

Suïcide tijdens corona
  • Extra aandacht voor jongeren
  • Geen toename
  • De laatste 2 maanden is de toename wat meer dan normaal onder de jongeren 

Slide 24 - Slide

Facts
  • 2019 waren er 1811 mensen die zelfmoord pleegde < 18 minder dan 2018
  • 5 mensen per dag plegen zelfmoord
  •  Tweemaal meer mannen dan vrouwen




Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide