Een goed begin

Een goed begin

1 / 48

Slide 1: Slide

NederlandsISK

This lesson contains 48 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Lesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Een goed begin

Slide 1 - Slide

Wat hoor jij?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

blauw

kauw

auto

rauw

saus

pauw

pauze

Slide 4 - Slide

hout

koud

zout

fout

touw

goud

mouw

Slide 5 - Slide

het weer

Gesprekken in Nederland over het weer.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Slide 8 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de regen.

Slide 9 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de regen.

Het regent.

Slide 10 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Slide 11 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de wind.

Slide 12 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de wind.

Het waait.

Slide 13 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Slide 14 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de sneeuw.

Slide 15 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de sneeuw.

Het sneeuwt.

Slide 16 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Slide 17 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de zon.

Slide 18 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de zon.

De zon schijnt.

Het is zonnig.

Slide 19 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Slide 20 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de mist.

Slide 21 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de mist.

Het is mistig.

Slide 22 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Slide 23 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de wolk.

Slide 24 - Slide

Wat is dit?

Hoe is het weer?

Dit is de wolk.

Het is bewolkt.

Slide 25 - Slide

In België spreken

ze ook

Nederlands.

Kijk en luister

naar de man

die het weer

moet vertellen.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Pak je schrift en schrijf mee!

Slide 28 - Slide

- Ik lees de zinnen voor.

- Vul in: oe of ou.

- We kijken samen na.

(Blad op J-schijf in bestand

auditieve discriminatie.)

Slide 29 - Slide

Woordenschat oefening

Galgje

Slide 30 - Slide

Ik ga naar de supermarkt en ik koop.....

Slide 31 - Slide

Les 2

Klinkers en werkwoorden

a,e,o,u,i en y

Als ze lang klinken, schrijf je soms twee klinkers: aa, ee, oo

Slide 32 - Slide

Les 3

vormen van "zijn" en "hebben"

zinnen maken met werkwoorden hebben en zijn

uitspraken van "i-ie en ij-ei

i klinkt kort, ie klinkt lang

Slide 33 - Slide

Tweetekenklanken

Slide 34 - Slide

Wat gaan we leren?

- Tweetekenklanken

1. Schrijven

2. Lezen

3. uitspraak

Slide 35 - Slide

reis

eind

plein

steil

weinig

aardbei

prei

wei

klei

eik

zei

kei

hei

dweil

Slide 36 - Slide

ik hoor ei

Slide 37 - Drag question

ijs

grijs

krijt

blij

rij

pijn

dijk

bijt

wijk

kwijl

wijd

wijn

wijf

glij

zwijg

Slide 38 - Slide

lees voor

1. Het ei is van mij.

2. Mijn zus is heel blij.

3. Het kuiken piept.

4. Ik ruik met mijn neus.

5. Mijn knie doet pijn.

6. Ik doe mijn boek dicht.

7. Ik kroel met de poes.

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

WERKWOORDEN

• Wat is een werkwoord?

Een werkwoord zegt wat iemand doet.

Voorbeeld: Ik kom naar school.

WAT IS HIER HET WERKWOORD?

Slide 41 - Slide

Voorbeelden

• Ik kook soep.

• Jij schrijft een brief.

• Hij gaat naar school.

Slide 42 - Slide

Vul het werkwoord in

1. Ik ____ (komen) morgen naar school.

2. Jij ____ (koken) soep.

3. Hij ____ (zeggen) iets tegen mij.

4. Wij ____ (schrijven) in ons schrift.

5. Jullie ____ (zijn) op tijd.

6. Zij ____ (wonen) in Amsterdam.

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Lange en korte klanken

Lange klank: hoor je langer. Bijvoorbeeld:

aa in maan, ee in beet

Korte klank: hoor je kort. Bijvoorbeeld:

a in man, e in bed

Welke klinker klinkt lang? Welke kort?

boom / vis / roos / bed

Slide 45 - Slide

Maak zelf woorden met de juiste klinker

Woord met a: _____

Woord met e: _____

Woord met u: _____

Woord met i: _____

Woord met y: _____

Slide 46 - Slide

https://wordwall.net/nl/resource/58204392/ik-vorm-van-een-werkwoord-de-stam-korte-klank-lange-klank

https://wordwall.net/nl/resource/91492005/korte-en-lange-klanken

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Een goed begin

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Drag question

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

More lessons like this

Spelling lange en korte klanken en tweeklanken

Starke Verben deutsch

Groep 7-8 | spelling | woorden met trema

Groep 7-8 | spelling | woorden met trema

Klanken, Les 1: ou-au

Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F

Spelling persoonsvorm in de vt

Maak een ritmeketting