This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 2
Transport
B3
Het hart
Slide 1 - Slide
Paar feitjes...
Je hart slaat 70 keer per minuut, 100.000 keer per dag, 36 miljoen keer per jaar, 2,5 miljard keer per leven.
Je hart weegt tussen de 250 en 300 gram.
De harten van vrouwen kloppen sneller en zijn lichter.
Voldoende slaap helpt om je hart gezond te houden, maar teveel slaap is ook niet goed voor je hart.
Het hart pompt een tankwagen vol bloed per dag.
Je hart is een spier.
Het hart is niet rood.
Een gebroken hart bestaat.
Je hart heeft mogelijk een geheugen.
Slide 2 - Slide
Welk deel van je lichaam krijgt geen bloedtoevoer van het hart?
Slide 3 - Open question
Hoe snel stroomt het bloed van je hart naar je tenen en terug
A
1s
B
16s
C
1:40min
D
5min
Slide 4 - Quiz
Hoeveel procent van je bloed gaat naar het hart zelf?
A
1
B
5
C
10
D
20
Slide 5 - Quiz
Lesprogramma
Leerdoelen B3 Hart (1 minuut)
Uitleg leerdoel 1 'Bouw van het hart' (10 minuten)
Zelfstandig opdracht 19 t/m 21 maken (max. 5 minuten)
Uitleg leerdoel 2 'De werking van het hart' (10 minuten)
Opdracht 22 t/m 29 maken (max. 10 minuten)
Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste
Lesafsluiter B3 (5 minuten)
Eerder klaar?
Neem context Leefwereld 'Cardioloog' en maak de bijbehorende opdrachten 30 en 31
Slide 6 - Slide
Leerdoel B3
13.3.1 Je kunt de delen van een hart noemen met hun functies en kenmerken.
13.3.2 Je kunt de werking van het hart beschrijven en de relatie tussen bouw en werking uitleggen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Vooraanzicht en lengtedoorsnede
Slide 9 - Slide
Hart, opengelegd (linkerkant)
Slide 10 - Slide
linkere kamer
Aorta
Kransslagader
bovenste holle ader
rechter boezem
kransader
linker boezem
longslagader
Slide 11 - Drag question
Maak opdracht 19 t/m 21
Slide 12 - Slide
Werking van het hart
systole = samentrekking diastole = ontspanning
Slide 13 - Slide
Duur fasen hartslag (Binas 84D1)
Slide 14 - Slide
Prikkelgeleidings-systeem
Sinusknoop
groepje gespecialiseerde cellen in de wand van de rechterboezem. Deze zorgen voor impulsen die een samentrekking van het hartspierweefsel veroorzaakt.
Bundel van His
Hartspierweefsel dat gespecialiseerd is in het doorgeven van impulsen uit de AV-knoop via de bundeltakken. De impulsen worden naar de wand van de kamers geleid, zodat die regelmatig en geordend samen kunnen trekken.
AV-knoop
Atrium-ventrikel-knoop: de plaats in het niet geleidende tussenschot tussen boezems en kamers (tussen de linker- en rechterboezem), waar de impuls vanuit de sinusknoop is gestart, doorgeleid wordt naar de kamers via de Bundel van His.
ECG
Elektrocardiogram
Slide 15 - Slide
BiNaS 84D2
Slide 16 - Slide
Hartslagfrequentie
Zintuigcellen in wand halsslagadersen aorta bepalen bloeddruk, waardoor hersenstam hartritme kan aanpassen
- Sinusknoop wordt beïnvloed door:
autonome zenuwstelsel (BiNaS 88L)
hormoonstelsel (BiNaS 89A)
lichaamstemperatuur
- Slagvolume:
de hoeveelheid bloed dat per hartslag wordt gepompt (70-100ml/hartslag)
o.a. afhankelijk van hoeveelheid bloed die vanuit holle aders de rechterboezem instroomt.
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Maak opdracht 22 t/m 29
Oefen de Flitskaarten en controleer de leerdoelen
van B3 met deTest Jezelf
Klaar?
Neem de Context 'Cardioloog' door en
maak opdracht 30 en 31
Slide 18 - Slide
Lesafsluiter B3
13.3.1 Je kunt de delen van een hart noemen met hun functies en kenmerken.
13.3.2 Je kunt de werking van het hart beschrijven en de relatie tussen bouw en werking uitleggen.
Slide 19 - Slide
https:
Slide 20 - Link
Wat was je score?
Slide 21 - Open question
In de afbeelding hiernaast is viermaal het hart getekend.
Het hart is zo getekend dat alle kleppen zichtbaar zijn.
De kleppen zijn in de tekeningen open of gesloten getekend.
In welk van deze tekeningen zijn de standen van de kleppen weergegeven zoals die tijdens de normale hartwerking kunnen voorkomen?
A
In de tekeningen 1 en 2
B
In de tekeningen 1 en 3
C
In de tekeningen 2 en 3
D
In de tekeningen 2 en 4
Slide 22 - Quiz
Kun je een ECG vertalen naar wat er in het hart gebeurt?
A
Ja
B
Ja, als ik BINAS erbij heb.
C
Nee
D
Nee, maar wel als ik het boek nog een keer bekeken heb.