Semana 23 - Verbos

Metas Doelen
Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé usar verbos regulares kan ik regelmatige werkwoorden gebruiken
2. ...sé usar verbos irregulares kan ik onregelmatige werkwoorden gebruiken
3. ...sé qué hay que estudiar weet ik wat ik moet leren (voor de toetsweek)

1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Metas Doelen
Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé usar verbos regulares kan ik regelmatige werkwoorden gebruiken
2. ...sé usar verbos irregulares kan ik onregelmatige werkwoorden gebruiken
3. ...sé qué hay que estudiar weet ik wat ik moet leren (voor de toetsweek)

Slide 1 - Slide

Estudiar para la prueba
  • vraagwoorden (woordenlijst/LT 26)
  •  regelmatige werkwoorden -ar,-er,-ir (LT 40)
  •  ser, tener, llamarse (LT 26)
  • gustar, encantar, interesar (LT 40-41)
  • maanden en dagen (woordenlijst)
  • beschrijven van het uiterlijk (blad >>>>>>>>>>>>>)
  • bezittelijke voornaamwoorden (LT 58)
  • woordenlijst 'herhalingswoordenschat'

Slide 2 - Slide

Repaso Herhaling
1. Hoe vervoeg je een werkwoord?






Slide 3 - Slide

Repaso Herhaling
1. Hoe vervoeg je een werkwoord? Vervang ar/er/ir door de juiste uitgang: 












hablar

-o
-as
-a
-amos
-áis
-an
comer

-o
-es
-e
-emos
-éis
-en
vivir

-o
-es
-e
-imos
-ís
-en

Slide 4 - Slide

Grupos de verbos Werkwoordgroepen
Je kunt werkwoorden indelen in 7 groepen:

1. Regelmatig 
2. Hoed (poner, hacer)
3. Laars (poder, dormir, jugar)
4. Hoed én laars (tener, decir)
5. Type 'gustar' (me/te/le/nos/os/les + 3e/6e vorm)
6. Type 'llamarse' (me/te/se/nos/os/se + 1/2/3/4/5/6e vorm)
7. Helemaal onregelmatig (ser)

Slide 5 - Slide

Traduce el verbo
Vertaal het werkwoord en vul de juiste vorm in. Gebruik je woordenlijst en de aantekening die je net hebt gemaakt!

Slide 6 - Slide

Mi mamá (is) muy amable y graciosa.

Slide 7 - Open question

Nuestro perro (heet) Rex.

Slide 8 - Open question

En nuestra casa (wonen) cinco personas: mis papás, mi hermana, mi hermano y yo.

Slide 9 - Open question

Nuestra abuela no (woont) en los Países Bajos.

Slide 10 - Open question

Yo (heb) una prima. Se llama Rosa.

Slide 11 - Open question

En el cole, yo (leer) el español.

Slide 12 - Open question

Mis padres (luisteren muziek).

Slide 13 - Open question

Mi hermana (speelt) al fútbol.

Slide 14 - Open question

Mi gato (slaapt) todo el día.

Slide 15 - Open question

¿Quién (heeft) una mascota?

Slide 16 - Open question

¡Qué (zegt) la profesora?

Slide 17 - Open question

Nosotros (heten) Lili y Lola y somos hermanos.

Slide 18 - Open question

¿Vosotros (wonen) en una casa grande?

Slide 19 - Open question

La familia (eet) en el comedor.

Slide 20 - Open question

Mi mamá (is) 42 años.

Slide 21 - Open question

Metas Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...practico mi expresión escrita oefen ik mijn schrijfvaardigheid 

Slide 22 - Slide

Escribe un texto de 70-75 palabras*
Puedes escribir sobre uno o más de los temas del cuadro verde.

Entregar** a las 14:00. Terminamos con un KAHOOT (verbos).

* woorden
** inleveren
Jezelf
Je huisdier
Je familie
Je droomhuis
Je persoonlijke voorkeuren

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide