3.2 Soms teveel water

3.2 Soms te veel water
Op tafel:
Je aantekeningen schrift
Je chromebook open op lessonup
In je tas:
Je telefoon

Planning: 
Herhaling 3.1 
Uitleg 3.2 
Begrippen opdracht
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.2 Soms te veel water
Op tafel:
Je aantekeningen schrift
Je chromebook open op lessonup
In je tas:
Je telefoon

Planning: 
Herhaling 3.1 
Uitleg 3.2 
Begrippen opdracht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Zoet water
Zout water

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Verdampen
Condenseren
Stollen
Smelten
Van water naar waterdamp
Van waterdamp naar water
Van water naar ijs
Van ijs naar water

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Toegankelijk zoet water
Ontoegankelijk zoet water
Water in Meren 
Water in de lucht
Grondwater
Water in rivieren
Water in planten
Diep grondwater
Water in landijs of gletsjers

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Afstroming 
Neerslag
Infiltratie 
Verdamping

Slide 5 - Drag question

nu kun je je kennis testen. 
Je weet wat een piekafvoer is en wat de gevolgen van een overstroming kunnen zijn.
Je begrijpt waardoor overstromingen kunnen ontstaan.
Je kunt in een grafiek de piekafvoer van een rivier weergeven.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Overstromingen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waar komen meestal overstromingen voor?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Waar
Overstromingen vooral in en bij:
- Kustvlaktes
- Riviervlaktes 
- Laag gelegen gebieden 



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Moesson
= Vaste wind die vanuit zee het land in blaast
Maar ook bij...

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog? Luchtdruk
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Moesson
Hogedruk gebied: dalende lucht, beter weer
Lagedruk gebied:  stijgende lucht, slechter weer

Lucht stroomt altijd van hoge luchtdruk naar lage luchtdruk gebieden. 
Dus van teveel lucht, naar te weinig lucht.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

De moeson in India

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Plaats de luchtdrukgebieden:
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

GEVOLGEN VAN OVERSTROMINGEN
  • Verdrinking mensen en dieren
  • Geen schoon drinkwater
  • Wegen niet meer begaanbaar
  • Ziektes breken uit

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Langs de rivier

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Piek afvoer
= hoge afvoer (van water) bij een rivier

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Piekafvoer
Geen piekafvoer

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Piekafvoer
timer
0:30

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Welk gebied overstroomt sneller?
A
rechts
B
links

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Piekafvoer

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

In gebieden met veel natuur is de piekafvoer lager.
In gebieden met veel bebouwing (steden) en weinig natuur is de piekafvoer hoger.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aan de kust

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Orkanen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat is een orkaan?
Orkaan: zware storm die ontstaat boven zeewater dat minimaal 26,5 graden warm is

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Orkanen zorgen voor:
  • Harde wind --> blaast water naar de kust --> hoge golven
  • Regenbuien --> Aardverschuivingen
  • Overstromingen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Verboden woord
Straks presenteer je een begrip, zonder direct het begrip of de omschrijving te benoemen. 
De klas steekt vingers op, de gekozen leerling mag antwoorden.
timer
5:00

Slide 31 - Slide

This item has no instructions