3. Reading, vocab & Halloween

• Engels
• Secundair onderwijs

Ga fijn op je plek zitten

Check even:

* Telefoon in de bak?

* Jas uit?

* Oortjes uit?

* Spullen op tafel?

1. Reading (together)

2. Work in book (reading & vocab)

3. About Halloween

4. Blooket (vocab practice)

5. (Home)work time

Text - page 93

(Kader: page 91)

Maak de vragen bij de tekst: 

 ex. 18c, 19, 20 (page 92-95)

(Kader: ex. 18a, 19b, 21 - page 90-93)

Halloween!  

Halloween

Aan het einde van deze les:

1. Zul je een aantal verhalen en gebruiken rondom Halloween begrijpen.
2. Zul je zien waarom Halloween belangrijk is voor de mensen die het vieren.

Learning goals

Aan welke woorden moet je
denken bij Halloween?

0

Hoe noem je een uitgesneden Halloween pompoen?

1. Jack-O'-Lantern
2. Jill-O'-Lantern
3. John-O'-Lantern
4. Jane-O'-Lantern

Wanneer vieren we Halloween?

1. 30 October
2. 31 October
3. 1 November
4. 2 November

Hoe lang geleden werd Halloween voor het eerst gevierd?

1. 1500 jaar geleden
2. 1000 jaar geleden
3. 2000 jaar geleden
4. 1250 jaar geleden

Waar komt Halloween oorspronkelijk vandaan?

1. America
2. Canada
3. UK
4. Ireland

Vanuit welk Keltisch festival is Halloween ontstaan?

1. All Hallows Eve
2. Samhain
3. Harvest time
4. Hallowmas

Wat is het populairste Halloween snoepje?

1. Snickers
2. Mars
3. Milky Way
4. Oreo

Wat doen mensen met Halloween?

1. Trick or Leave
2. Tick or Sweet
3. Treat or Leave
4. Trick or Treat

End of the Quiz!

www.blooket.com

(Home)work time

Basis

- ex. 18c, 19, 20 (page 92-95)

- ex. 11, 12, 13, 15 (page 90-92) 

woordenlijst: page 123/124

Kader

- ex. 18a, 19b, 21 (page 90-93)

- ex. 11, 12, 13, 14, 15 (page 87-89)

woordenlijst: page 120/121