Tekstverbanden en signaalwoorden
Tegenstellend: maar, daarentegen, enerzijds...anderzijds....echter....
Tijdsvolgorde: voordat, tijdens, vroeger, aanvankelijk, nadat, later...
Opsommend: en, ook, in de eerste plaats, ten tweede...
Conclusie (nieuw): dus, dan ook, concluderend, hieruit volgt, de slotsom is...