Meesterproef

Zelfontdekkend leren is beter dan directe instructie 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Zelfontdekkend leren is beter dan directe instructie 

Slide 1 - Slide

De balans 

Slide 2 - Slide

Wie is er bekend met het maken van een balans?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

De leerdoelen 

Je weet aan het eind van de les:
- Wat een balans is
- Wat de activa van de balans is en wat daaronder valt
- Wat de passiva van de balans is en wat daar onder valt
- Hoe je een balans met gegevens kan opmaken

Slide 4 - Slide

Zelf ontdekkend leren 

Gebouwen €100.000
Bank € 70.000
Debiteuren € 40.000
Eigen vermogen € 90.000
Voorraad € 10.000
Onderhandse lening € 50.000
Hypothecaire lening € 100.000
Inventaris €20.000

Slide 5 - Slide

Hoe ging dit?
A
Moeilijk
B
Makkelijk
C
Ik wist een aantal dingen
D
Ik heb bijna alles ingevuld

Slide 6 - Quiz

Wat is een balans?
De balans is een moment opname van 
al je bezittingen en schulden. 
Je balans bestaat uit twee zijden, 
namelijk de activa en de passiva. 
De belangrijkste eigenschap van een 
balans is dat deze ten alle tijden in evenwicht moet zijn. 


Slide 7 - Slide

Activa balansrekening:

''De activa bevat al je bezittingen''


  • Vaste activa:  Al de bezittingen die voor langer dan een jaar aan je bedrijf gebonden zijn, zoals bijv. het bedrijfspand.
  • Vlottende activa: Vlottende activa daarentegen zijn bezittingen die voor korte tijd in een bedrijf aanwezig zijn.  zoals bijvoorbeeld debiteuren en voorraad
  • Liquide middelen: Liquide middelen zijn geldmiddelen die eigenlijk direct beschikbaar zijn, zoals bijvoorbeeld kas.

Slide 8 - Slide

Passiva balansrekening:
  • Eigen vermogen: Het eigen vermogen is het verschil tussen je bezittingen en je schulden.
  • Vreemd vermogen lang: Als je schuld een betalingstermijn heeft van langer dan één jaar. Een hypotheek is een langlopende schuld. 
  • Vreemd vermogen Kort: Als je schulden hebt die je binnen één jaar aflost. Zoals bijvoorbeeld een openstaand bedrag bij één van je leveranciers (crediteuren). 

  

Slide 9 - Slide

Voorbeeldopgave 
Gebouwen €140.000
Bank € 50.000
Debiteuren € 35.000
Transportmiddelen: € 20.000
Eigen vermogen € 100.000
Voorraad € 15.000
Hypothecaire lening € 150.000
Inventaris €20.000
Crediteuren: € 30.000

Slide 10 - Slide

Controleren 

Slide 11 - Slide

Directe instructie
Gebouwen €100.000
Bank € 70.000
Debiteuren € 40.000
Eigen vermogen € 90.000
Voorraad € 10.000
Onderhandse lening € 50.000
Hypothecaire lening € 100.000
Inventaris €20.000

Slide 12 - Slide

Nakijken

Slide 13 - Slide

Hoe ging het nu?
A
Goed
B
Beter
C
Slechter

Slide 14 - Quiz

Kort samengevat: De Balans
Belangrijkste kenmerken van een balans:
  • Er zit een linkerzijde (activa - bezittingen) en een rechterzijde (passiva - schulden) aan de balans
  • Het is een momentopname
  • De balans is altijd in evenwicht.

Slide 15 - Slide