Axon = uitloper die de impuls van het cellichaam af geleidt.
Myelineschede = isolatielaag om axon, bestaande uit cellen van Schwann, insnoeringen tussen cellen.
Synaps = uiteindes van een axon
Binas 88A
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel
Slide 7 - Slide
Zenuwen
Uitlopers van zenuwcellen gebundeld in zenuwen.
Gevoelszenuwen: alleen uitlopers van sensorische zenuwcellen
Bewegingszenuwen: alleen uitlopers van motorische zenuwcellen
Gemengde zenuwen: bevat uitlopers van beide zenuwcellen
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Vandaag
-Herhalen
-uitleg bs 3
-quizzing....
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Van waarneming tot actie
Prikkel = een invloed uit het milieu op een organisme.
Waarneming door zintuigen
Impuls = elektrisch signaal in het zenuwstelsel
Slide 12 - Slide
Ruggenmerg
Slide 13 - Slide
Communicatie tussen zenuwcellen
Impuls komt aan bij synaps
Blaasjes met neurotransmitters versmelten met celmembraan
Neurotransmitters vrij in synapsspleet
Neurotransmitters binden aan receptoren op het celmembraan van de volgende cel
Nieuwe impuls in de volgende cel
Neurotransmitter = signaalstof van het zenuwstelsel
Slide 14 - Slide
Reflexboog
Slide 15 - Slide
Hersenstam binas 88c
Verbinding tussen grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
Hierin liggen
- centra voor alle autonome lichaamsfuncties (hartritme, snelheid ademhaling, bloeddruk).
- centra die te maken hebben met instinct en emoties
Op de overgang van hersenstam naar ruggenmerg kruisen impulsbanen elkaar.
Slide 16 - Slide
De grote hersenen
De grote hersenen bestaan uit een linker en een rechter hersenhelft.
Bewust gedrag wordt vanuit de grote hersenen gestuurd.
Slide 17 - Slide
Hersencentra
In de grote hersenen liggen de hersencentra. Dit zijn gebieden in je hersenen die verbonden zijn aan een zintuig.
Check Binas 88C
Slide 18 - Slide
Motorische schors
Linker hersenhelft stuurt rechts aan en andersom
Centra die nauwkeurige bewegingen uitvoeren hebben een groter oppervlak
Slide 19 - Slide
Hersenen
De linkerhersenhelft is heel belangrijk voor taal, spraak en complexe bewegingen. Deze hersenhelft richt zich meer op details. Deze helft bestuurt de rechterkant van je lichaam.
De rechterhersenhelft is heel belangrijk voor het waarnemen van emoties. Deze hersenhelft is sterk in ruimtelijk inzicht, zoals richting en afstand. Deze helft bestuurt de linkerkant van je lichaam.
Slide 20 - Slide
Het Ruggenmerg
Het ruggenmerg ligt goed beschermd in het wervelkanaal
In het midden van het ruggenmerg zit een holte: het centrale kanaal
Het centrale kanaal is gevuld met vocht en staat in verbinding met het hersenvocht
Slide 21 - Slide
Het ruggenmerg
Ruggenmerg is een verzamelingen van zenuwcellen en hun uitlopers.
Het ruggenmerg loopt door de wervelkolom heen.
Er zijn 31 ruggenmergzenuwen die signalen versturen en ontvangen vanuit het perifere zenuwstelsel (alle zenuwen in het lichaam)
Slide 22 - Slide
Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen opdracht 27, 31, 32
Zelfstandig werken: opdracht 26 t/m 32
compact 26,27,29, 30, 31
Dit is ook het huiswerk
Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen
Slide 23 - Slide
Het hormoon dat het lichaam snel tot grote activiteit kan aanzetten (bijv. vluchten) wordt geproduceerd door:
A
bijnieren
B
schildklier
C
hypofyse
D
alvleesklier
Slide 24 - Quiz
Welke prikkel hoort bij welk zintuig?
Prikkel: Licht
Prikkel: Geur
Prikkel: Smaak
Prikkel: Geluid
Prikkel: Temperatuur, Pijn
Slide 25 - Drag question
Ruggenmerg
Hersenstam
Hersenen
Grote hersenen
Kleine hersenen
perifere zenuwstelsel
Slide 26 - Drag question
Ella wordt geknepen door haar zusje, ze trekt haar arm terug.
Zet de woorden in de juiste volgorde.
Ruggenmerg
Spieren
Bewustwording
Zintuigcel
Hersenen
Impulsen in motorische zenuwcellen
Prikkel
Impulsen in sensorische zenuwcellen
Slide 27 - Drag question
Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
sleep de juiste namen naar de zenuwcellen
Slide 28 - Drag question
Bewegingszenuw
schakelcel
ruggenmerg
Gevoelszenuw
Slide 29 - Drag question
Zintuig = Receptor
Spier = effector
Centraal zenuwstelsel
Motorische zenuwcel
Sensorische zenuwcel
Slide 30 - Drag question
Centrale zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel
Grote hersenen
Hersenstam
Hersenzenuw
Ruggenmergzenuw
Kleine hersenen
Slide 31 - Drag question
Sleep de functie naar het juiste hersendeel.
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Motorische schors
Sensorische schors
Verweking zintuigimpulsen
Kruising zenuwen
Verwerking bewust processen
Aanmaak effectorimpulsen
Coördineren bewegingen
Slide 32 - Drag question
Welk gedeelte van het zenuwstelsel zorgt voor de versnelling van de hartslag wanneer je sport?
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
Slide 33 - Quiz
Je zit midden in een sneeuwballengevecht en krijgt een sneeuwbal in je nek. Zintuigcellen in je huid nemen de kou waar en geven een signaal af aan de zenuwcellen, waardoor je je bewust wordt van de kou. Welk gedeelte van de zenuwcel zal dit signaal ontvangen?
A
Axon
B
Synaps
C
Dendriet
D
Myelineschede
Slide 34 - Quiz
Welk type zenuwcel vervoert de impulsen vanaf je zintuigen naar de hersenen (waar je bewust wordt van de kou in je nek)?
A
Sensorische zenuwcel
B
Motorische zenuwcel
C
Schakelcel
Slide 35 - Quiz
kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren de samenwerking van je spieren.
Je kleine hersenen laten hiervoor een aantal spieren precies op tijd hun werk doen.
De kleine hersenen zorgen dus voor coördinatie.
Slide 36 - Slide
Prikkel > impuls
De sterkte van de impuls is altijd gelijk, alleen de frequentie wisselt.