Strafrecht: de opsporing

Bestuursrecht regelt de verhouding tussen burger en overheid
A
waar
B
niet waar
1 / 32
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bestuursrecht regelt de verhouding tussen burger en overheid
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

Een arbeidsovereenkomst valt onder het
A
vermogensrecht
B
ondernemingsrecht
C
personenrecht
D
staatsrecht

Slide 2 - Quiz

De wetgevende macht wordt gecontroleerd door
A
1e kamer
B
2e kamer
C
1e + 2e kamer
D
de regering

Slide 3 - Quiz

Sociale grondrechten
A
beschermen ons tegen de overheid
B
zijn plichten van de overheid

Slide 4 - Quiz

Het legaliteitsbeginsel vinden we onder andere terug in
A
strafmaat
B
strafbaarheid
C
ne bis in idem regel
D
het openbaar ministerie

Slide 5 - Quiz

een rechter kan niet worden ontslagen
A
rechtsstaat
B
dictatuur

Slide 6 - Quiz

een journalist moet naar de gevangenis, omdat hij kritiek heeft op de regering
A
rechtsstaat
B
dictatuur

Slide 7 - Quiz

In een rechtsstaat:
A
zijn de meeste wegen recht
B
worden de wetten gemaakt door de rechters
C
is iedereen gelijk voor de wet

Slide 8 - Quiz

Wat is geen kenmerk van een rechtsstaat?
A
De overheid moet zich aan de wet houden
B
Je hebt grondrechten
C
De bevolking heeft invloed
D
Er is een afhankelijke rechterlijke macht

Slide 9 - Quiz

Welke zin is niet juist?
A
Het is niet wenselijk dat er kritische reportages over de politie in de media verschijnen
B
De media moeten burgers kritisch informeren over politie en justitie.
C
Kritische reportages over politie en justitie passen bij de rechtsstaat.
D
De media heeft een belangrijke controlefunctie wat betreft politieoptreden!

Slide 10 - Quiz

Met welk beginsel van de rechtsstaat heeft dit voorbeeld te maken: Als op zes april de boete voor te snel rijden verhoogd wordt, betaalt iemand die op vijf april te snel reed de oude boete.
A
Grondrechten
B
Onafhankelijke rechtspraak
C
Legaliteitsbeginsel
D
Machtenscheiding

Slide 11 - Quiz

Welke drie machten kennen wij in onze democratische rechtsstaat?
A
Landmacht, luchtmacht en politiemacht
B
Uitvoerende macht, wetgevende macht en rechterlijke macht
C
Uitvoerende macht, controlerende macht en instemmende macht

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Etnisch profileren
  • Etnisch profileren
  • Waar of niet waar?
  • Strafrecht: de opsporing

Slide 15 - Slide

Strafrecht: de opsporing

Slide 16 - Slide

LEERDOELEN:


  • Wat zijn de taken van de politie?
  • Welke mogelijkheden heeft de officier van Justitie?
  • Wat verstaan we onder het begrip geweldsmonopolie?

Slide 17 - Slide

Rechtshandhaving
geweldsmonopolie

Slide 18 - Slide

Dilemma van de rechtsstaat
Rechtsbescherming van de burger: de individuele rechten van de burger dienen te worden gehandhaafd (vrijheid)

vs

Rechtshandhaving van de rechtsorde: criminaliteit en overlast dienen te worden voorkomen(veiligheid)

Slide 19 - Slide

Kern rechtsstaat

beheersing van het overheidsgezag

verschil

democratie versus dictatuur

Slide 20 - Slide

VERSCHIL
MISDRIJF EN OVERTREDING?

Slide 21 - Slide

Misdrijf of overtreding?

Slide 22 - Slide

Overtreding of misdrijf?

Overtreding: minder ernstig (geen strafblad)

Misdrijf: ernstige strafbare feiten (wel strafblad en medeplichtig)

Slide 23 - Slide

Is dit een overtreding of een misdrijf?

Slide 24 - Slide

Wat is criminaliteit?

Slide 25 - Slide

Veelvoorkomende criminaliteit
Winkeldiefstal
Vernielingen
Vandalisme

Slide 26 - Slide

--> redelijk vermoeden van schuld
Politie - Staande houden
              - Fouilleren
              - Aanhouden/ arresteren
              - 9 uur vasthouden
              - Bewijsmateriaal 
                 innemen
(zonder toestemming)

Slide 27 - Slide

?
WAAR HEEFT DE POLTIE WEL TOESTEMMING VOOR NODIG

Slide 28 - Slide

Waarvoor zal de politie wel toestemming nodig hebben?

Slide 29 - Mind map

Officiers van Justitie
              - Seponeren
              - Transactie / 
                           strafbeschikking
              - Vervolgen 

Slide 30 - Slide

Rechter
  • schuldig of onschuldig
  • straf

Slide 31 - Slide

Wel of niet naar de rechter?


  • Seponeren =niet vervolgen

  • Schikken of transactie =boete geven


  • Vervolgen =rechtszaak

Slide 32 - Slide