De Griekse goden : bespreking + leren leren

• Geschiedenis
• Secundair onderwijs

De Griekse goden : 

bespreking zelfstandig werk + leren leren

WB. p. 49, vraag 5b :
Noteer de woorden die passen bij het begrip 'mythe'.

Wb. p. 50, oef. 5d

De Grieken aanbaden...

1. één god
2. meerdere goden

We noemen dat...

1. polytheïsme
2. monotheïsme

De Grieken omschreven de goden...

1. als dieren
2. als mensen

De goden waren volgens de Grieken...

1. onsterfelijk
2. sterfelijk

Ze hadden volgens de Grieken...

1. enkel menselijke krachten
2. bovenmenselijke krachten

Ze gedroegen zich volgens de Grieken...

1. altijd voorbeeldig
2. even wisselvallig als mensen

De Grieken geloofden dat de goden hen...

1. konden beïnvloeden
2. niet konden beïnvloeden

De Grieken geloofden dat ze zelf de goden...

1. konden beïnvloeden
2. niet konden beïnvloeden

Wb. p. 53, oef. 6a
Geef 2 redenen waarom de Grieken veel investeerden in de bouw van tempels?

'prestige' betekent...

1. rijkdom
2. macht
3. aanzien, uitstraling
4. religie

Wb. p. 53, oef. 6b

met de familie

met de polis

individueel

minotaurus

polytheïsme

filosofen

Trojaanse oorlog

Olympische spelen

tempels

orakels

godsdienst

cyclopische muren

mythes