Les 3 - B2 - Genenparen

Proefwerken
  • EPIC-project (1x) - In tweetallen

    Dinsdag 14 juni:
    Proefwerk in week 24, thema 3, B1 t/m 4 (2x)

  • Proefwerk in de PWW, thema 3, B1 t/m 7 (3x)  
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with text slides.

Items in this lesson

Proefwerken
  • EPIC-project (1x) - In tweetallen

    Dinsdag 14 juni:
    Proefwerk in week 24, thema 3, B1 t/m 4 (2x)

  • Proefwerk in de PWW, thema 3, B1 t/m 7 (3x)  

Slide 1 - Slide

Deze week:
Maandag 9 mei:
Uitleg B2

Dinsdag 10 mei:
EPIC

Slide 2 - Slide

Begrippen

Fenotype
Genotype
Allel
Homozygoot
Heterozygoot

Slide 3 - Slide

Genotype en fenotype

Slide 4 - Slide

genotype + milieu = fenotype

Slide 5 - Slide

Begrippen

Fenotype
Genotype
Allel
Homozygoot
Heterozygoot

Slide 6 - Slide

Autosomen = chromosomenpaar (2n)
Chromosomen paren

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Aantekening
Gen = een gedeelte van het chromosoom met gecodeerde informatie voor één erfelijke eigenschap/kenmerk.

Genen komen in verschillende varianten voor. Zo'n variant wordt een allel genoemd.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aantekening
Homozygoot = twee dezelfde allelen

Heterozygoot = twee verschillende allelen

Slide 12 - Slide

Begrippen
Fenotype
Genotype
Allel
Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Recessief

Slide 13 - Slide

Aantekening
Dominant allel = het allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype 

Recessief allel = een allel dat alleen tot uiting komt in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Codominantie

Slide 17 - Slide

Aantekening
Onvolledig dominant = recessief gen komt een beetje tot uiting

Intermediair
 = genen zijn even sterk

Codominatie
= beide allelen komen volledig tot uiting

Slide 18 - Slide

Oefening
Bij kippen wordt de kleur van de veren bepaald door een gen voor witte veren en een gen voor zwarte veren. Een kip die heterozygoot is voor deze eigenschap heeft fijn gespikkelde veren.

1. Welk fenotype is intermediair?
 
2. Wat is het genotype van een kip met witte veren? Een kip met zwarte veren? En een kip met fijn gespikkelde veren? 

Slide 19 - Slide

Oefening
Bij kippen wordt de kleur van de veren bepaald door een gen voor witte veren en een gen voor zwarte veren. Een kip die heterozygoot is voor deze eigenschap heeft fijn gespikkelde veren.

1. Welk fenotype is intermediair? IwI
2. Wat is het genotype van een kip met witte veren? Een kip met zwarte veren? En een kip met fijn gespikkelde veren? IwIw (wit), Iz,Iz (zwart), IwIz (gespikkeld)

Slide 20 - Slide

Hoe komt het dat geen één persoon hetzelfde is?

Slide 21 - Slide

Geslachtelijke voortplanting
- Twee geslachtscellen versmelten
- Er ontstaat variatie in genotypen van de nakomelingen

Slide 22 - Slide

Het genotype van een organsime komt tot stand op het moment van bevruchting

Slide 23 - Slide

Meiose (BiNaS 76B-2)

Slide 24 - Slide

Geslachtelijke voortplanting
- Twee geslachtscellen versmelten
- Er ontstaat variatie in genotypen van de nakomelingen
23= 8

Slide 25 - Slide

Geslachtelijke voortplanting
- Twee geslachtscellen versmelten
- Er ontstaat variatie in genotypen van de nakomelingen
223= 8,4 miljoen

Slide 26 - Slide

Aantekening
Recombinatie = het herverdelen van erfelijke eigenschappen

Resultaat --> genetische variatie! 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Huiswerk
Maandag 16 mei

Thema 3
Basisstof 2
Opdracht 11, 12, 13, 14, 15 & 16

Slide 30 - Slide