10 - v1 - Chapitre 1 - voorbereiding repetitie

1 / 12
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

qu'est-ce qu'on va faire?
  • terugblik verbe avoir
  • repetitie chapitre 1 - wat wordt getoetst?
  • voorbereidende opdrachten
🍀
jeudi 2 novembre

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

ik
jij
hij
zij
wij
wij
u
zij
zij
jullie
je
tu
il
elle
nous
vous
ils
elles
on
vous

Slide 3 - Drag question

check buts
Marie _____ un frère
A
ont
B
ai
C
a
D
avez

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

mes parents _____ trois chiens
A
ont
B
ai
C
a
D
avez

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

nous _______ une grande tente
A
as
B
avons
C
ont
D
avez

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Luc _______ une grande tente
A
as
B
a
C
ont
D
avez

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

hoe ziet de repetitie eruit?
exercice 1: vocabulaire FN - 8 pts
exercice 2: vocabulaire NF - 8 pts
exercice 3: choisis le bon mot - 5 pts
exercice 4: traduis les nombres - 5 pts
exercice 5: phrases-clés traduis les phrases en français - 3 pts
exercice 6+7: grammaire le/la door un/une+meervoud+avoir - 11 pts
exercice 8: écris 6 phrases sur ta famille et toi - 8 pts
exercice 9: lire vrai/faux + antwoord in het Nederlands - 7pts
evaluatie: deze moet je schrijven!
jeudi 9 novembre

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ik kan iemand begroeten en kan mezelf voorstellen. Ik kan vertellen over mijn familie. Ik kan mijn familie beschrijven.
Je leraar heeft het mailadres van Christophe, een Franse jongen, aan je gegeven. Schrijf een mail aan Christophe waarin je jezelf voorstelt. Begin je mail met een aanhef en zorg voor een passende afsluiting.
• Groet Christophe
• Schrijf hem hoe je heet
• Schrijf hem hoe oud je bent
• Schrijf hem dat het goed met je gaat en vraag hem ook hoe het met hem gaat
• Schrijf hem waar je woont
• Schrijf hem welke familieleden je hebt en vraag hem ook of hij broers en zussen heeft
• Vraag hem zijn telefoonnummer
• Neem afscheid, sluit je brief



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

exemple
Salut Christophe,

Je m'appelle Marie, j'ai douze ans. Ça va bien, et toi? J'habite à Wijk bij Duurstede, aux Pays-Bas. J'ai une soeur et un frère. Et toi, tu as un frère et une soeur? Quel est ton numéro de téléphone?
Au revoir!



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

kies een van deze activiteiten en ga aan de slag
Revoir (herhalen)
  • vocabulaire ABEF - page 52-43
  • phrases-clés C 'se présenter' + G 'parler de toi' p. 54
  • grammaire D -> lidwoorden de en het en een - page 55
  • grammaire H -> 'het werkwoord avoir' (page 55)
Faire (doen/maken)
  • chapitre 4 'le pont' -> exercices 1 -> 6 - pages 135-140
  • jouw antwoorden controleren (zie Teams/jaarbijlage som)
  • oefentoets (via som -> GL -> chapitre 1 -> oefentoets
  • VRAGEN STELLEN

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions