CHECK Tijdvak 5

Check Tijdvak 5
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Check Tijdvak 5

Slide 1 - Slide

Wat is de naam van het tijdvak (16e eeuw)?
A
Tijd van ontdekkers en expansie
B
Tijd van ontdekkers en reformatie
C
Tijd van renaissance en hervormers
D
Tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Drag question

Wat is een factorij?
A
Versterkte handelsnederzetting
B
Plantage kolonie
C
Kazerne voor VOC militairen
D
Fabriek voor zijde

Slide 4 - Quiz

Ontdekkingsreizen
Renaissance
Geloof
Reformatie
Klassieke erfgoed
Europese expansie
Conquistadores
Cartografie
Cuius regio, eius religio
carpe diem
De mens centraal
Aflaat

Slide 5 - Drag question

KA: Het begin van de Europese
overzeese expansie

Slide 6 - Mind map

Een oorzaak van de ontdekkingsreizen was
A
het bewijs van Columbus dat de aarde rond is
B
de Portugese wens om een koloniaal rijk te stichten
C
de val van Constantinopel, 1453
D
de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 7 - Quiz

De val van Constantinopel (1453) had o.a. de volgende gevolgen:
A
De Europeanen gingen een eigen zeeroute naar Azië zoeken
B
Er kwam een einde aan het West-Romeinse Rijk
C
De verovering van Constantinopel door de Turken maakte definitief een einde aan de Europese kruistochten
D
Veel geleerden vluchtten naar Italië en gaven een impuls aan de renaissance / het humanisme

Slide 8 - Quiz

De Renaissance markeert een overgang van de middeleeuwen naar de (vroeg)moderne tijd. Waar zien we verandering?
A
kunst, literatuur, geneeskunde, astronomie
B
kunst, astronomie, godsdienst, geneeskunde
C
kunst, geneeskunde, astronomie, handel
D
kunst, literatuur, bouwkunst, astronomie

Slide 9 - Quiz

De volgende begrippen passen bij de renaissance:
A
memento mori
B
carpe diem
C
homo universalis
D
Vesalius

Slide 10 - Quiz

Noem de eerste drie kenmerkende aspecten van tijdvak 5

Slide 11 - Open question

Wat is "reformatie"?
A
hervormen
B
refreshen
C
vernieuwen
D
verbeteren

Slide 12 - Quiz

Welk woord moet weg?
A
reformatie
B
contrareformatie
C
renaissance
D
protestantisme

Slide 13 - Quiz

Welke misstanden in de kerk
constateerden de hervormers?

Slide 14 - Mind map

Luther vond de Katholieke kerk ...
A
Super leuk
B
Ziek
C
Te machtig
D
Luther geloofde niet in god

Slide 15 - Quiz

Luther geloofde dat je alleen in de hemel kon komen door...
A
te luisteren naar de geestelijken
B
een aflaat te kopen
C
je eigen keuzes te maken
D
oprecht geloof gebaseerd op de bijbel

Slide 16 - Quiz

De opbrengsten van de aflatenhandel werd gebruikt voor de bouw van de Sint Pieter in Rome
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Welke twee zinnen zijn juist?
A
Erasmus' kritiek was vergelijkbaar met Luther
B
Luther vertaalde de bijbel in het Nederlands
C
Een ander woord voor hervorming is Renaissance
D
Zonder boekdrukkunst had Luther veel minder aanhangers gehad

Slide 18 - Quiz

Wie is wie?
A
Luther, Calvijn, Erasmus
B
Calvijn, Erasmus, Luther
C
Calvijn, Luther, Erasmus
D
Erasmus, Calvijn, Luther

Slide 19 - Quiz

Zelf de Bijbel bestuderen
A
Erasmus
B
Luther
C
Calvijn
D
allemaal

Slide 20 - Quiz


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 21 - Quiz


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 22 - Quiz

Welke van de stellingen is juist?


1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.
2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 23 - Quiz