06b. Theme 5 Recap Grammar Theme 5
Theme 5 les 06b
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 16 slides, with text slides.
Items in this lesson
Theme 5 les 06b
Slide 1 - Slide
- Ik kan de PAST SIMPLE en PRESENT PERFECT maken en toepassen
- Ik kan SVOMPT en bijwoorden van frequentie toepassen
- Ik 'to be going to' en de 'Present continuous' -als het om de future gaat- toepassen
Slide 2 - Slide
Recap
Past Simple + Present Perfect
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Recap
Woordvolgorde (SVOMPT + bijwoorden frequentie
Slide 5 - Slide
Oude koek SVOMPT
Wie doet wat waar wanneer
He rides a horse in the park on Monday
WOORDVOLGORDE in het Engels
Slide 6 - Slide
Verse koek Bijwoorden van frequentie
Bijwoorden van frequentie geven aan hoe vaak iets gebeurt
always/never/sometimes/often/usually/seldom/still
staan vóór het werkwoord, behalve bij AM/ARE/IS/WAS/WERE,
want daarbij staan ze er achter !!!!!!
WOORDVOLGORDE in het Engels
They always go to Spain in Summer/ I never drink coffee, maar ........
He is never happy in Winter/ My sister was sometimes in love
Slide 7 - Slide
Recap
FUTURE (toekomst) met Pres. Cont + to be going to
Slide 8 - Slide
Present continuous voor de toekomst (future)
> I am visiting my Gran on Saturday.
> They are buying a new car next week.
> Het is vaak een afspraak tussen meerdere personen.
> Je weet vaak waar en/of wanneer iets gaat gebeuren.
am/are/is going to voor de toekomst (future)
> I am going to visit my Gran.
> She is going to buy new shoes.
> Het is meestal een plan/voornemen van
één persoon.
> Het is niet altijd niet bekend waar en/of wanneer iets gaat gebeuren.
> Als iets - op grond van de omstandigheden - zo goed als zeker gaat gebeuren
Onthoud het (kleine) verschil
Slide 9 - Slide
Present continuous
> I am visiting my Gran on Saturday.
> They are buying a new car next week.
am/are/is going to
> I am going to visit my Gran.
> She is going to buy new shoes.
Wat is het verschil ?
Slide 10 - Slide
Present continuous voor de toekomst (future)
> I am visiting my Gran on Saturday.
> They are buying a new car next week.
> Het is vaak een afspraak tussen meerdere personen.
> Je weet vaak waar en/of wanneer iets gaat gebeuren.
am/are/is going to voor de toekomst (future)
> I am going to visit my Gran.
> She is going to buy new shoes.
> Het is meestal een plan/voornemen van
één persoon.
> Het is niet altijd niet bekend waar en/of wanneer iets gaat gebeuren.
> Als iets - op grond van de omstandigheden - zo goed als zeker gaat gebeuren
Onthoud het (kleine) verschil
Slide 11 - Slide
Let's practise
Slide 12 - Slide
Open your activitybook on page 23/24
and do ex. 2 3 4 NOW
(Check answers next slide after doing
the exercises)
Slide 13 - Slide
Ex. 4 ANSWERS
1 is going
2 is going to rain
3 is going to direct
4 am seeing
5 am going to buy
6 is running
Ex. 2 ANSWERS
1 was just 2 didn't know
3 enjoyed
4 wanted
5 have never seen
6 has already been
7 went
8 returned
9 spent
Ex. 3 ANSWERS
1 Tim and Suzy are going to the concert at 8 pm.
2 He bought a green T-shirt at the market last Saturday.
3 We went to a museum in the city centre.
4 Have you seen that new film at the 3D cinema?
5 Karl likes to play tennis in the early morning.
6 Were you at the carnival at four o'clock yesterday?
7 My father wants to go to Cambridge in the summer.
8 I didn't go to school last week because I was ill.
Slide 14 - Slide
- Ik kan de PAST SIMPLE en PRESENT PERFECT maken en toepassen
- Ik kan SVOMPT en bijwoorden van frequentie toepassen
- Ik 'to be going to' en de 'Present continuous' -als het om de future gaat- toepassen
