Paragraaf 5.3 en begin 5.4 4mb

Begin paragraaf 5.4
Nederland in de Koude Oorlog
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Begin paragraaf 5.4
Nederland in de Koude Oorlog

Slide 1 - Slide

Aan het eind van de les kan jij: 

1.  Het begrip amerikanisering uitleggen en hoe dat te linken is aan het ontstaan van een consumptiemaatschappij.
2. De verschillende soorten groepen migranten aangeven.
3. De verschillende groepen verzet klassikaal uitleggen
4. Aangeven hoe de Nederlandse samenleving is veranderd op economisch, sociaal en politiek gebied.

Slide 2 - Slide

Programma 
- Korte terugblik naar paragraaf 5.3
- Klassikale uitleg paragraaf 5.4
- Oefenen eindexamenvraag. 

Slide 3 - Slide

Waar staat VN voor?

Slide 4 - Open question

Wat is het belangrijkste doel van de VN?

Slide 5 - Open question

Welke landen zijn de vaste leden van de Veiligheidsraad en welk speciaal recht hebben zij?

Slide 6 - Open question

Welvaart in Nederland
  • Marshallhulp: geld dat Europa krijgt na WOII van de Verenigde Staten om hun economie weer op te bouwen (de wederopbouw).
  • Gevolgen: 
  1. Lonen beginnen te stijgen. 
  2.  Waardoor NL een consumptiemaatschappij wordt.
  3. En kan er amerikanisering plaatsvinden. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Verzet
  1. Jongeren krijgen meer geld en vrije tijd. Zij komen in verzet tegen hun ouders en de overheid: er ontstaan jongerenculturen. 
  2. Vrouwen verzetten zich tegen de ongelijke rolverdeling: 
    Tweede Feministische Golf
  3. Ontzuiling: mensen gaan zelf beslissingen maken. Door de ontzuiling ontstond ook ontkerkelijking. 

Slide 9 - Slide

Sociale grondrechten
  • 1983:  Overheid moet voor mensen zorgen. Sociale grondrechten vastgelegd.
  • Voorbeeld: recht op onderwijs, werk,  en recht op rechtsbijstand.

Slide 10 - Slide

Migranten
  • Nederlanders willen geen zwaar werk meer doen: gastarbeiders 
  • Uit voormalige kolonies (Suriname, Antillen + Indonesië) 

Slide 11 - Slide

In de bron is een ontwikkeling te zien die past bij een begrip.
Bij welk begrip past die ontwikkeling? 

Slide 12 - Slide