3 Questions and negative questions (vragen en ontkennende vragen).

3 Questions and negative questions
Vragen en ontkennende vragen
Grammar 3
Theme 1 Stepping Stones edition 5
Mavo 4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3 Questions and negative questions
Vragen en ontkennende vragen
Grammar 3
Theme 1 Stepping Stones edition 5
Mavo 4

Slide 1 - Slide

Give an example of a question in English...

Slide 2 - Open question

Give an example of a negative question in English..

Slide 3 - Open question

Questions

Vraagzinnen kun je op twee manieren vormen.

 

1 Vragen met het ww 'to be', 'to have got' en hulpwwen.

2 Vragen met do, does of did.

Slide 4 - Slide

Vraag - manier 1

Zie je een vorm van deze wwen in de zin staan?
To be, to have got of een hulpww?


Hulpwwen: can, could, will, should, may, might, must, ought to.


Dan zet je het hulpww vooraan en de rest van de zin blijft hetzelfde.

Slide 5 - Slide

Examples

Dionne was the first to congratulate me.
Was Dionne the first to congratulate me?

He has got a nice car.
Has he got a nice car?


Slide 6 - Slide

Let op!

Vormen van to be: am, are, is, was, were
Vormen van have got: have got, has got.


Zie je alleen have/has in de zin staan?
Gebruik manier 2 om een vraag te maken!

Slide 7 - Slide

Vraag - manier 2

Zie je de werkwoorden van manier 1 niet in de zin staan?

Dan gebruik je do, does of did om een vraag te maken.


Do / Does > tegenwoordige tijd.
Does  bij he/she/it.

Do bij alle andere personen.

Slide 8 - Slide

Examples

I work in the supermarket every Saturday.
Do I work in the supermarket every Saturday?


Peter plays the lead role in this show.
Does Peter play the lead role in this show?


Na een vorm van 'to do' gebruik je het hele werkwoord.

Slide 9 - Slide

Vraag - manier 2

Did > verleden tijd

Did bij alle personen gebruiken.


Did he work at the supermarket yesterday?


Gebruik je did in de vraag - 2e werkwoord in tt.


Slide 10 - Slide

Ontkennende vragen

Gebruik:
- om te vragen om bevestiging
- ergernis of ongeloof uit drukken


Can't you tell me more?
Isn't the music too loud?

Slide 11 - Slide

Ontkennende vragen maken

Hoe maak je een ontkennende vraag?
- Hulpww (of bij 1 ww het hoofdww) vooraan zetten
- Not samenvoegen met het 1e ww


Rest van de vraag blijft hetzelfde.

Slide 12 - Slide

Oefenen

Do exercise 25 on p21 of your AB.

Finished?
Try to do exercise 26 (grammar 2 + 3 combined)

Slide 13 - Slide

Wat kan ik nog extra oefenen?

Slide 14 - Open question