H4: 2022-2023 Voorkennis/ Procenten - 2M
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken
● Voorkennis H4
● Vraagmoment
Telefoon in de telefoontas
H4: Statistiek
VK: Procenten
1. Toename en afname in procenten
2. Beeldiagram en staafdiagram
3. Lijndiagram en cirkeldiagram
4. Turftabel, histogram en steelbladdiagram
5. Centrummaten
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken
● Voorkennis H4
● Vraagmoment
Telefoon in de telefoontas
H4: Statistiek
VK: Procenten
1. Toename en afname in procenten
2. Beeldiagram en staafdiagram
3. Lijndiagram en cirkeldiagram
4. Turftabel, histogram en steelbladdiagram
5. Centrummaten
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Je kunt procenten, decimale getallen en breuken
die bij elkaar horen aan elkaar koppelen.
die bij elkaar horen aan elkaar koppelen.
Je kunt percentages berekenen met behulp van
een procententabel.
Je kunt dit ook bij een verhaaltjessom.
H4: Statistiek
VK: Procenten
4.1: Toename en afname in procenten
4.2: Beeldiagram en staafdiagram
4.3: Lijndiagram en cirkeldiagram
4.4: Turftabel, histogram en steelbladdiagram
4.5: Centrummaten
Slide 2 - Slide
Wat is een decimaal getal?
A
12,5%
B
43
C
0,8
D
0,8%
Slide 3 - Quiz
Welke horen bij elkaar?
10%
25%
50%
100%
66,7%
1
2/3
0,1
1/2
1/4
Slide 4 - Drag question
Voorkennis H4: Procenten
De breuk betekent eigenlijk 1 : 10.
101
Slide 5 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De breuk betekent eigenlijk 1 : 10.
Als je dat schrijft als decimaal getal krijg je 0,1.
101
Slide 6 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De breuk betekent eigenlijk 1 : 10.
Als je dat schrijft als decimaal getal krijg je 0,1.
De breuk is precies hetzelfde als het decimale getal, maar het is een andere manier om het op te schrijven.
De breuk is precies hetzelfde als het decimale getal, maar het is een andere manier om het op te schrijven.
101
Slide 7 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De breuk en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde.
101
Slide 8 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De breuk en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde.
Er hoort ook een percentage bij.
101
Slide 9 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De breuk en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde.
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd of van de honderd.
101
Slide 10 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De breuk en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde.
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd of van de honderd.
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel.
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel.
101
Slide 11 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De breuk en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde.
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd.
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel.
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel.
1% =
1001
101
Slide 12 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De breuk en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde.
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd.
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel.
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel.
1% = , dus 10% =
1001
10010=101
101
Slide 13 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Slide 14 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
Slide 15 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
Slide 16 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
Konijnen
Slide 17 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
Konijnen
Slide 18 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
Konijnen
Slide 19 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
Konijnen
Slide 20 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
Slide 21 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
Slide 22 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
: 40
Slide 23 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
: 40
X 30
X 30
Slide 24 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
100 : 40 × 30 = 75.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30
Slide 25 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
100 : 40 × 30 = 75.
Dus 75% van de konijnen is wit.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30
Slide 26 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
100 : 40 × 30 = 75.
Dus, 75% van de konijnen is wit.
De eigenaar heeft geen gelijk.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30
Slide 27 - Slide
Huiswerk
Maken van H4:
blz. 194-195: Voorkennis H4
Nakijken en verbeteren!
timer
1:00
