Thema Zintuigen

Thema Zintuigen
1 / 56
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 56 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 432 min

Items in this lesson

Thema Zintuigen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Drempelwaarde
Een prikkel moet sterk genoeg zijn om door een zintuigcel opgemerkt te worden 
  • denk aan de iPad die hard genoeg moet staan om het geluid te horen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Adequate prikkel
= type prikkel waar een zintuigcel gevoelig voor is
  • bv licht voor de zintuigcellen in je oog

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Niet-adequate prikkels

Zintuigcellen kunnen ook andere, niet-adequate prikkels opvangen
  • Beuk tegen je oog: druk prikkels worden omgezet naar impulsen in ogen
  • Je ziet sterretjes terwijl de prikkel 'druk' is

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gewenning
Na een langere tijd neem je een bepaalde prikkel minder sterk waar.
  • Bv de geur van een vies klaslokaal: als je binnenkomt ruik je het maar na een lesuur niet meer, je bent eraan ‘gewend’.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Motivatie
Als je je best doet om een prikkel op te vangen dan wordt de drempelwaarde lager. 
  • denk aan het zoeken naar iets in het donker, je ogen zijn extra gevoelig voor licht

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten maken
Maak BS 10.1: opdrachten 1, 2, 4, 5, 6

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we geleerd?
  • Wat zijn adequate prikkels?
  • Wat zijn niet-adequate prikkels?
  • Wat is drempelwaarde?
  • Wat gebeurt er met de drempelwaarde bij gewenning?
  • Wat gebeurt er met de drempelwaarde bij motivatie?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Drempelwaarde & adequate prikkel
Drempelwaarde = Minimale prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt

Hoe zal motivatie en gewenning invloed hebben op de drempelwaarde?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Zintuigen
Basisstof 1, Het zintuigenstelsel

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt een zintuig?
Buiten het zenuwstelsel
Binnen het zenuwstelsel
Zintuigcellen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

10.2 Tien zintuigen van de mens
- Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.
- Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oog
Oor

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Warm/kou zintuigen
De huid

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Neus
Mond

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

10.3 De ogen
10.3.1 Je kunt de inwendige en uitwendige delen van een oog noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen in je oog
Zintuigen in je oog

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog?
Het oog:

Adequate prikkel => licht.

orgaan   =>       het oog

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Binnenkant oog

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen oog

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bouw van het oog

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Evalueren
- Adequate prikkel
- Volgorde oog

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

BS 4: De iris en de ooglens
6.4 De iris en de ooglens

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les
Kan je de pupilreflex uitleggenen kan je beschrijven hoe oog zich kan aanpassen en scherp kan zien.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

gebruik de oogspiegel

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Pupilreflex
pupilreflex

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

vaatvlies netvlies

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

accommoderen
veraf
dichtbij
kringspier samengetrokken

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Onderdeel oog
Situatie
Kringspieren
Ontspannen
Lensbandjes
Strak
Lensen
Plat
Ogen zijn
Rusttoetstand
Veraf zien:

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Accomoderen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Scherpstellen: Accomoderen
Ver: plat                          Dichtbij: bol

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Onderdeel oog
Situatie
Kringspieren
Samengetrokken
Lensbandjes
Minder strak
Lensen
Boller
Ogen zijn
Geaccomodeerd, kring spieren gespannen
Bij het zien van dichtbij:

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Bijziend
Bijziend:
Dichtbij goed
veraf slecht

Negatieve lenzen in de bril.
Oogbol te lang of lichtstralen worden te sterk gebroken

Slide 36 - Slide

Bijziend, mensen dragen brillen met negatieve lenzen. 

Dit zijn vaak de mensen die altijd (met uitzondering van douchen en slapen e.d.) een bril dragen.
Werken:
Basisstof 1 t/m 4
Maken porfolio opdrachten 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Bijziend en verziend

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

bijziend of verziend

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

CHECK

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

wenkbrauw
wimpers
ooglid
traanklier
traanbuis
maakt traanvocht
beschermt tegen vuil en vliegjes
verspreid traanvocht over het oog 
vangt zweet op van je voorhoofd 
afvoerbuis van tranen

Slide 41 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de onderdelen van het oog naar de juiste plek.
Hoornvlies
Netvlies
Ooglens
Iris
pupil
Glasachtig lichaam

Slide 42 - Drag question

This item has no instructions

Pupilreflex
overdag
's nachts
Lengtespieren gespannen
Kringspieren gespannen

Slide 43 - Drag question

This item has no instructions

welk onderdeel is verantwoordelijk voor het regelen van de hoeveelheid licht die door je oog valt?
A
lens
B
pupil

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Iris
Pupil

Slide 45 - Drag question

This item has no instructions

In de afbeelding zie je een doorsnede van een
deel van een oog. Iemand met albinisme heeft
rode ogen. Dit is het gevolg van het ontbreken van
pigment in het deel dat is aangegeven met de letter Q.
Je ziet dan de rode kleur van het bloed in dit deel.
Hoe heet Q?
A
Hoornvlies
B
Iris
C
Pupil
D
Netvlies

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Met de pupilreflex wordt geregeld hoeveel licht er binnen in je oog op je netvlies valt. Je pupillen kunnen zichzelf vergroten en verkleinen.
veel licht
weinig licht
Nu kan er meer licht binnen komen
Nu kan er minder licht binnen komen
lengtespieren in iris trekken samen
kringspieren in iris trekken samen
lengtespieren in iris ontspannen
Kringspieren in iris ontspannen

Slide 47 - Drag question

This item has no instructions

Iris
Harde oogvlies
Blinde vlek
Oogzenuw

Slide 48 - Drag question

This item has no instructions

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
De oogleden
B
De oogzenuw
C
De oogspieren
D
De pupillen

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

In de tekening hierna zie je een doorsnede van een oog.
De onderdelen van het oog zijn genummerd.
Hoe heet nummer 6?
A
Glasachtig lichaam
B
Iris
C
Pupil
D
Lens

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies.
B
Het netvlies.
C
Het vaatvlies.

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

De oren
Je kan de delen van het oor noemen en hun functies herkennen.

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Geluid = trilling van de lucht
trilt de lucht langgzaam = laag geluid. (= lage frequentie)
Trilt de lucht snel= hoog geluid (=hoge frequentie)

Decibel = sterkte van het geluid

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Trilling gaat via trommelvlies via:
-Hamer, aambeeld, stijgbeugel naar het Slakkenhuis.  

Hier zit vloeistof in wat gaan trillen, en hierdoor gaan de zintuigcellen trillen en worden de impulsen doorgegeven aan de hersenen.

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Evenwichtsorgaan. 
Informatie over de stand van je hoofd. Gevuld met vloeistof. 

Buis van Eustachius
Bij  slikken/gapen gaat deze buis open. Zo blijft de luchtdruk tegen het trommelvlies gelijk.


Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag:
-opdrachten maken
- Portfolio Zintuigen afmaken.
- Leren voor de toets

Slide 56 - Slide

This item has no instructions