Hoofdstuk 9 Rouw

Helpende plus






Hoofdstuk 8 Rouw
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Helpende plus






Hoofdstuk 8 Rouw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat je in je hart bewaart, raak je nooit meer kwijt......

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Rouw
mijn ervaringen
jullie ervaringen
in gesprek....

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 9 Rouw
Inhoud les:
  1. Kanker
  2. wat is rouw?
  3. de rouwperiode
  4. het verwerkingsproces
  5. het 3a model
  6. rouw herkennen
  7. stervensbegeleiding

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
1. uitleggen wat oncologie, chemotherapie en bestraling inhouden.
2. uitleggen wat de 5 fases van Kubles Ross zijn.
3. in eigenwoorden vertellen wat palliatieve en terminale zorg inhoudt.
4. de symptomen van een depressie herkennen en signaleren.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is kanker?
  • In je lichaam worden steeds nieuwe cellen aangemaakt.
  • Soms gaat er iets mis: cellen blijven zich delen terwijl dat niet hoort.
  • Zo ontstaat er een tumor (klompje foute cellen).
  • Een goedaardige tumor groeit langzaam en blijft op één plek.
  • Een kwaadaardige tumor (kanker) groeit door ander weefsel heen en kan uitzaaien via bloed of lymfe.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstaat kanker?
  • De oorzaak van kanker is vaak een fout in de celdeling.
  • Die fout kan ontstaan door:
  1. Erfelijke aanleg
  2. Roken, alcohol, te veel zon
  3. Of gewoon domme pech (toeval)
  • Normaal herstellen cellen zichzelf, maar bij kanker lukt dat niet.
  • Dan blijven foute cellen zich delen → dat is kanker.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke behandelingen zijn er?
De arts bepaalt de behandeling samen met de cliënt.
Doelen kunnen zijn:
  • Genezing
  • Klachten verminderen
  • Of de ziekte vertragen
Behandelingen kunnen zijn:
  • Operatie (chirurgie): tumor weghalen
  • Chemotherapie: medicijnen via infuus
  • Bestraling (radiotherapie): met straling kankercellen doden
  • Hormoontherapie: hormonen blokkeren of remmen (bijv. bij borstkanker)
Vaak worden meerdere behandelingen gecombineerd!!!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Chemotherapie: wat doet het?
  • Chemotherapie bestaat uit cytostatica: medicijnen die kankercellen doden of remmen.
  • Ze verspreiden zich via het bloed door het hele lichaam.
  • Wordt vaak na een operatie gegeven om terugkeer van kanker te voorkomen.

Bijwerkingen kunnen zijn:
  • Haaruitval, vermoeidheid, misselijkheid
  • Mondklachten, diarree of juist verstopping
  • Veranderde geur/smaak, minder eetlust
  • Vatbaarder voor infecties

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je weten als helpende bij chemo?
  • Cytostatica zijn gevaarlijke stoffen voor jou als zorgverlener.
  • De cliënt scheidt deze stoffen uit via: urine, ontlasting, zweet, braaksel, speeksel, enz.
  • Deze stoffen kunnen nog dagen na de kuur in het lichaam zitten.
Daarom:
  • Altijd werken met beschermingsmiddelen (PBM): 
  • Handschoenen, schort, masker
  • Volg het protocol van je organisatie:
  • Schoonmaken, afval, was, materiaalgebruik


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Hormoontherapie: wat doet het?
  • Hormonen kunnen sommige vormen van kanker stimuleren om te groeien.
  • Bij hormoontherapie worden die hormonen geremd of geblokkeerd.
  • Wordt vooral gebruikt bij borstkanker of prostaatkanker.

Mogelijke bijwerkingen:
  • Vermoeidheid, opvliegers, gewichtstoename
  • Botontkalking
  • Overgangsklachten bij vrouwen
  • Gewrichtspijn


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bestraling en voeding
Bestraling doodt kankercellen, maar raakt soms ook gezonde cellen.
Bijwerkingen hangen af van de plek van bestraling. Denk aan:
  • Huidproblemen
  • Slikklachten
  • Vermoeidheid
  • Diarree of vaak plassen
Tips voor verzorging en herstel:
  • Dep de huid droog, gebruik geen zeep, geen deodorant
  • Laat de cliënt voldoende drinken (1,5–2 liter per dag)
  • Eten kan lastig zijn → voeding aanpassen
  • Verwijs altijd door bij vragen


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Onder rouw vallen alle reacties op het overlijden of wegvallen van iemand om wie je geeft.
Blz. 182

Slide 16 - Slide

Een rouwperiode is vaak een intense en moeilijke periode. Hoelang die periode duurt, verschilt per persoon.
Verlies geeft veel emoties, zoals schuld, spijt, ongeloof, verdriet, somberheid en boosheid.

Actief en passief omgaan met rouw.
blz.183

Slide 17 - Slide

blz. 184 
Coping task: begrip uit de psychologie waarmee de manier wordt bedoeld waarop iemand met problemen en stress omgaat. Het gaat ervan uit dat verdriet niet alleen iets is wat je overkomt, maar dat je ermee aan de

Slide 18 - Video

In dit filmpje komt fase 1 ontkenning duidelijk naar voren, ze benoemd dit 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Rouw herkennen
Emoties: depressieve gevoelens, machteloosheid, schuldgevoel, boosheid etc
Lichamelijke klachten: uitputting, slechtere concentratie, hoofdpijn, buikpijn etc.
Gedrag: huilen, afleiding zoeken, risicovol gedrag, veel werken etc

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de taken van de helpende (+)
bij dood of rouw?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Stelling:
Als zorgverlener mag je niet huilen, wanneer een zorgvrager komt te overlijden.

Eens? Oneens?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

Filmpje uit boek bij opdracht 5

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: werkkaart 'zorg voor een ander"
Wat ga je doen?
  • Je bespreekt 3 korte situaties over rouw.
  • Je beantwoordt per casus 3 vragen.
  • Daarna maak je samen één zorgkaart.
  • Klassikaal evalueren en nabespreken.

Wat leer je?
  • Gevoelens herkennen bij mensen die rouwen.
  • In eenvoudige woorden steun bieden als helpende.
  • De 5 fases van rouw herkennen en uitleggen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie: terugkijken op de les en lesdoelen
  • Wat weet je nu beter over wat kanker is en wat de behandelingen kunnen doen met iemand?
  • Welke fase van rouw vond jij het makkelijkst te herkennen?
  • Wat zou jij kunnen zeggen of doen als iemand verdrietig is?
  • Wat weet je nu over palliatieve zorg?
  • Wat neem je mee naar de praktijk?
  • Wat vond je van deze opdracht en les?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Afronding
  • Lees alle hoofdstukken uit je boek Helpende plus.
  • Zorg dat je alle opdrachten uit je boek afmaakt en nakijkt in BOOM.
  • Aankomende periode 4 starten we in het praktijklokaal en gaan we beginnen met de vaardigheden!!!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions