A visit to the doctor
1 / 18
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Translate: stomach ache
A
hoofdpijn
B
oorpijn
C
keelpijn
D
buikpijn
Slide 8 - Quiz
allergisch voor=
A
allergic for
B
have allergy for
C
allergic to
D
have allergy to
Slide 9 - Quiz
Wat betekent:
I had to eat it
I had to eat it
A
Ik moet het eten.
B
Ik moest het wel eten.
C
Ik heb het gegeten.
D
Ik wilde het eten.
Slide 10 - Quiz
Wat mag meneer niet eten?
A
bread
B
water
C
rice
D
cheese
Slide 11 - Quiz
Hoe zeg je:
Het heeft niet echt geholpen.
Het heeft niet echt geholpen.
A
It really helped much.
B
It doesn't really help much.
C
It didn't really help much.
D
It haven't really helped much.
Slide 12 - Quiz
Wat is het advies van de dokter?
A
Een dag in bed blijven
B
Ong. 2/3 dagen in bed blijven.
C
Meer dan 2/3 dagen naar bed gaan.
D
Geen van de antwoorden is juist.
Slide 13 - Quiz
Waarom krijgt de man geen antibiotica?
A
helpt niet bij bacteriën
B
er zijn geen medicijnen voor
C
helpt niet bij een virus
D
geen van deze antwoorden is juist
Slide 14 - Quiz
Hoe vaak moet de man de medicijnen nemen?
A
3 x per dag
B
elke 3 uur
C
4 x per dag
D
elke 4 uur
Slide 15 - Quiz
Hoe vraag je om een recept?
A
recipe
B
receipt
C
prescription
D
description
Slide 16 - Quiz
How did you do?
A
Very well. I know a lot of English words and sentences
B
Well, I could answer most questions but I have to practise speaking in full sentences.
C
Okay! Hmm, I need to practise before I have the speaking test.
D
I need to practice more and better.
