oefentoets Natuurkunde en scheikunde

Welke waarnemingen mag je bij een onderzoek altijd doen?
A
horen en zien
B
horen en proeven
C
ruiken en voelen
D
ruiken en zien
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke waarnemingen mag je bij een onderzoek altijd doen?
A
horen en zien
B
horen en proeven
C
ruiken en voelen
D
ruiken en zien

Slide 1 - Quiz

Met welk apparaat kun je tijd meten?

Slide 2 - Open question

De breedte van de kamer is 5 meter.
Wat is in de zin de grootheid en wat is de eenheid?

A
breedte is de grootheid en meter is de eenheid
B
breedte is de eenheid en meter is de grootheid
C
breedte en meter zijn beide grootheden
D
breedte en meter zijn beide eenheden

Slide 3 - Quiz

Vul het goede woord in!
Je koopt een pak suiker van een kilo. Bij natuurkunde en scheikunde zeg je dan: ...................... van het pak suiker is 1 kilogram

Slide 4 - Open question

Welke pijl staat bij een volume van 36 mL?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quiz

De ruimte die een vloeistof inneemt, noem je het.......

Slide 6 - Open question

Biologie gaat wel / niet over de levende natuur
A
wel
B
niet

Slide 7 - Quiz

Een bloeiende bloem hoort bij ...
A
Nask
B
Biologie

Slide 8 - Quiz

Elektriciteit hoort bij ...
A
Nask
B
Biologie

Slide 9 - Quiz

Natuurkunde
Biologie
Scheikunde
Het smelten van kaarsvet
Een stof die veranderd in een andere stof
Het overwinteren van vogels in warme landen

Slide 10 - Drag question

Erlenmeyer
Kookkolf
Reageerbuis
Bekerglas
Maatcilinder

Slide 11 - Drag question

Hiernaast zie je een tekening van een brander. Geef de namen van de onderdelen B en C.

Slide 12 - Open question

Reken om:
a) 3,5 kg = … g
b) 250 g = … kg

Slide 13 - Open question

Reken om:
a) 2,5 L = … ml
b) 750 ml = … L


Slide 14 - Open question

Bij een onderzoek verwarm je 1000 mL water in een groot bekerglas. Dat doe je met een brander.
Welke vlam kun je het beste gebruiken?

Slide 15 - Open question

Wat is het nauwkeurigst, je zintuigen of meetapparatuur?
A
Meetapparatuur
B
Je zintuigen
C
Het hangt ervan af van je meet
D
Ze zijn allebei even nauwkeurig

Slide 16 - Quiz

Duncan zegt: “De lengte van een paal is 1 meter 20.” Hoeveel is dit?
A
120 cm
B
120 mm
C
102 cm
D
102 mm

Slide 17 - Quiz

Waarvoor gebruik je een maatcilinder?
A
om een hoeveelheid te meten
B
om een reageerbuis vast te houden tijdens het verwarmen
C
om vloeistoffen te verwarmen
D
om vloeistoffen te mengen

Slide 18 - Quiz

Toine pompt wat extra lucht in zijn fietsband. Er zit nu meer lucht in de band en dat fietst een stuk lichter.
Welk soort verschijnsel is het oppompen van een fietsband?

A
een biologisch verschijnsel
B
een natuurkundig verschijnsel
C
een scheikundig verschijnsel

Slide 19 - Quiz

Wat is de eenheid van massa?

Slide 20 - Open question

Je kijkt buiten op de thermometer. Je ziet dat het 5 graden Celsius is.
Welke grootheid hoort bij 5 graden Celsius?

Slide 21 - Open question

Geef bij iedere zin aan of het woord tussen haakjes een eenheid of een grootheid is.
a Het vakantieadres van de familie Lenders ligt op een afstand van 850 (kilometer) van hun woonplaats.
b Een auto met caravan mag maximaal met een (snelheid) van 90 kilometer per uur rijden.
c In de benzinetank van een kleine auto kan maximaal 30 (liter) benzine.
d Vanuit Nederland kun je met de auto in ongeveer 10 (uur) Oostenrijk bereiken.
e Op een lentedag is de (temperatuur) 17 graden Celsius.


Slide 22 - Open question

In de afbeelding zie je een stopwatch.

Geef de tijd in minuten en seconden.
Noteer je antwoord-> .............. minuten en ............ seconde

Slide 23 - Open question

Geef bij elke zin aan of het een onderzoeksvraag is of een conclusie
a Trekt een magneet een kogeltje van koper aan?
b Wie is het zwaarst in deze klas?
c 1 liter cola light is lichter dan 1 liter cola.

Slide 24 - Open question

Waarom mag je een reageerbuis nooit verwarmen met een pauzevlam?

Slide 25 - Open question