Vocabulary chapter 4

Aim
Review chapter 4 (After school)
  • Vocabulary
  • Grammar
  • Stones
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aim
Review chapter 4 (After school)
  • Vocabulary
  • Grammar
  • Stones

Slide 1 - Slide

Wat betekent: except

Slide 2 - Open question

Wat betekent: spend time on

Slide 3 - Open question

Wat betekent: definitely

Slide 4 - Open question

Wat betekent: circumstances

Slide 5 - Open question

Wat betekent: dull

Slide 6 - Open question

Wat betekent: staff

Slide 7 - Open question

Wat betekent: toelaten

Slide 8 - Open question

Wat betekent: klacht

Slide 9 - Open question

wat is: iets

Slide 10 - Open question

wat betekent: nodig

Slide 11 - Open question

Wat betekent: opscheppen

Slide 12 - Open question

Wat betekent: zelfverzekerd

Slide 13 - Open question

Grammar

Slide 14 - Slide

Geef de verleden tijdsvormen van: go

Slide 15 - Open question

Geef de verleden tijds vormen van: get

Slide 16 - Open question

Geef de verleden tijdsvormen van:
do

Slide 17 - Open question

Geef de verleden tijdsvormen van fight

Slide 18 - Open question

Wanneer gebruik je de present simple niet?
A
irritatie
B
feit
C
gewoonte
D
regelmaat

Slide 19 - Quiz

Which one is de present continuous?
A
calls
B
is calling

Slide 20 - Quiz

Write down the correct verb form
(Present perfect or Present simple)

Restaurant owners (have)_______ a hard time during corona
timer
1:00

Slide 21 - Open question

Write down the correct verb form
(Present perfect or Present simple)

She always (joke)________ around with other people
timer
1:00

Slide 22 - Open question

Write down the correct verb form
(Present perfect or Present simple)

My dad usually (cook)________during the weekend
timer
1:00

Slide 23 - Open question

Wat is de juiste volgorde van woorden?
A
ww wie waar wanneer wat
B
wie ww waar wanneer wat
C
wat wie ww waar wanneer
D
wie ww wat waar wanneer

Slide 24 - Quiz

Vertaal de volgende zin:
Het boek is van mij

Slide 25 - Open question

Vertaal: Hij is jouw vriend

Slide 26 - Open question

Stones 8, 9

Slide 27 - Slide

Vertaal: Ik heb geen baan daarom ben ik altijd blut

Slide 28 - Open question

Vertaal: Wat voor werk doe je?

Slide 29 - Open question

Vertaal: dansen is iets wat ik heel vaak doe

Slide 30 - Open question

How did this go?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll