lichten

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 6

    Lichten

Wat weten we al?

Driekleurig verkeerslicht

Groen = je mag door

Oranje = je mag door als je echt niet meer kan stoppen

Rood = je moet stoppen

oranje betekend dus niet dat het bijna rood wordt!

Wist je dat?

Voetgangerslicht

Groen =  voetgangers mogen oversteken

Knipperend groen = pas op, het wordt bijna rood

Rood = voetgangers mogen niet oversteken

verschillende verkeerslichten

Mag je nu oversteken?

1. Ja
2. Nee

Wie mag nu doorgaan?

1. De auto's
2. De fietsers
3. De voetgangers
4. Niemand

Voor wie is dit verkeerslicht bedoeld?

1. Voetgangers
2. Auto's
3. Bussen
4. Fietsers

Wie heeft er gelijk?

1. Sofie
2. Matthew

Waarom?

1. Het rode licht betekend: JE MAG DOOR!
2. Het rode licht betekend: KIJK UIT!
3. Het rode licht betekend: STOPPEN!
4. Het rode licht betekend: RIJ VOORZICHTIG!

Wie heeft gelijk?

1. Leo
2. Lucas

Waarom?

1. Er is geen ander verkeer
2. Het gele licht is een waarschuwingslicht
3. Het gele licht is het hetzelfde als een groen licht, maar dan dat het bijna rood is
4. Het gele verkeerslicht is ook een stoplicht

Wie heeft gelijk?

1. Hidde
2. Jacco

Waarom?

1. Bij een groen knipperend licht moet je stoppen
2. Oversteken mag ook, als het groene licht knippert. Je moet wel doorlopen!
3. De jongens staan al bijna op het zebrapad
4. Oversteken mag altijd, want er is een zebrapad

Wat weet je nu?