BLB Verkeershulp les 2

• NT2
• ISK

De verkeershulp

Les 2

Herhaling  

• Oefenen met woordenschat les 2 'de verkeershulp';
• Oefenen met verkeersregels les 2 'de verkeershulp';

Is dit een voetganger?

1. ja
2. nee

De vrouw loopt met ....
(de/het ...)

Wat is dit?
(de/het ...)

Wat doet deze vrouw?

1. voorrang
2. oversteken

Waar moet je lopen als er geen stoep of voetpad is?

1. links op straat
2. rechts op straat
3. midden op straat

Waar moet de voetganger lopen?

Waar moet de voetganger lopen?

Waar moet je kijken met oversteken?

1

2

3

rechts

links

links

rechts

Wat moet je doen als je bij een voetgangerslicht komt en hij knippert?

1. snel lopen
2. wachten

Wie mag eerst?

1. voetganger
2. auto

Wie mag eerst?

1. fietser
2. voetganger

Wie mag eerst?

1. fietser
2. voetganger

Wat is veiliger?

1. foto links
2. foto rechts

Ik mag eerst, ik hoef niet te kijken.

1. waar
2. niet waar

Wat is waar?

1. de voetganger mag eerst
2. de voetganger kan beter wachten

Wat betekent dit bord?

Wat betekent dit bord?

Wat betekent dit bord?