Veilig naar school - mobiliteit

Veiligheid
moet - mag niet
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2Hoger onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Veiligheid
moet - mag niet

Slide 1 - Slide

MOET - MAG NIET
1. minder dan 30 km rijden aan een school
2. gsm gebruiken op de fiets
3. fietshelm dragen
4. parkeren op het fietspad
5. gordel dragen in de auto
6. oversteken op het zebrapad
7. door het rode licht wandelen
8. oortjes gebruiken tijdens wandeling
9. rijden zonder fietslichten als het donker
10. fluo-hesje dragen in het donker

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

een - draag - fietshelm
steek - groen - over - bij - licht

Slide 5 - Slide

voetpad - op - het - loop
fluohesje - doe - een - aan

Slide 6 - Slide

altijd - een - gordel - draag
naar - links en rechts - kijk

Slide 7 - Slide

steek - uit - je hand
niet - parkeer - op - het voetpad

Slide 8 - Slide

de dode hoek - blijf - uit
oogcontact - met de bestuurder - zoek - met

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is de juiste betekenis?
A
ik mag naar links
B
ik moet naar links
C
ik mag niet naar links

Slide 11 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Fietsers en voetgangers mogen hier niet lopen.
B
Fietsers en voetgangers moeten hier lopen.
C
Fietsers moeten hier lopen.
D
Voetgangers moeten hier lopen.

Slide 12 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Je moet naar beneden.
B
Je moet naar boven.
C
Pas op, een gevaarlijke daling.
D
Pas op, een gevaarlijke helling.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

De verkeersborden
1. ik moet hier = GEBODSBORD
2. ik mag hier niet = VERBODSBORD
3. pas op voor  = GEVAARSBORD
4. kijk hier is = AANWIJZINGSBORD
5. VOORRANGSBORD

Slide 15 - Slide

Dit bord betekent:
pas op voor fietsers.
A
juist
B
fout

Slide 16 - Quiz

Dit bord betekent:
pas op voor werken.
A
juist
B
fout

Slide 17 - Quiz

Dit bord betekent:
je moet rechtdoor
A
juist
B
fout

Slide 18 - Quiz

Dit bord betekent:
je moet stoppen
A
juist
B
fout

Slide 19 - Quiz

Dit bord betekent:
pas op een zebrapad
A
juist
B
fout

Slide 20 - Quiz

Maak een wandeling in je straat.
Zoek de foto's en neem een foto met je camera.

Slide 21 - Slide

Wie mag eerst het kruispunt oprijden?
A
Auto A
B
Auto B

Slide 22 - Quiz

Wie mag eerst het kruispunt oprijden?
A
Auto A
B
Auto B

Slide 23 - Quiz

Hoe snel mag je rijden op de autosnelweg voorbij deze borden?
A
minimum 120 km/uur
B
max. 70 km/uur
C
max. 90/uur
D
minimum 90/uur

Slide 24 - Quiz

Een dun laagje ijzel op de weg.
Wat doe je?
A
Remmen
B
Gas geven
C
Gas lossen en terugsturen

Slide 25 - Quiz

Hoe snel mag je voorbij dit bord?
A
max. 50 km/uur
B
max. 30 km/uur
C
max. 70 km/uur in Vlaanderen
D
max. 90 km/uur in Vlaanderen

Slide 26 - Quiz