Periode 8 NL 3F schrijven: betoog

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Inhoud
In deze les leer je:
  • Hoe je argumenten kunt beoordelen.
  • Hoe je argumenten kunt opstellen.

Slide 2 - Slide

Argumenten beoordelen


  • De  argumenten sluiten inhoudelijk aan op het standpunt.
  • Het standpunt volgt logisch uit de argumenten.
  • De argumenten zijn inhoudelijk correct.
  • De argumenten bevatten geen drogredenen.

Slide 3 - Slide

Wil jij iemand overtuigen van jouw mening/standpunt?


Dan kom je natuurlijk met argumenten vóór jouw standpunt, maar je geeft ook aan waarom mensen tegen zouden kunnen zijn. Deze argumenten weerleg je daarna om jouw standpunt nóg sterker te maken.

Slide 4 - Slide

Standpunt: mening, uitspraak
Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, ik denk, naar mijn mening

Argument: onderbouwing, ondersteuning
Signaalwoorden: want, immers, omdat, aangezien (reden), dus, daarom (conclusie)

Is er geen signaalwoord? > zelf invullen



Slide 5 - Slide

Handig!
Soms is het lastig om het standpunt en het argument te herkennen. Je kunt dan de 'want-dus-proef' gebruiken.



Standpunt (want) argument
Argument (dus) standpunt


Slide 6 - Slide

Er zijn argumenten voor en argumenten tegen een standpunt te noemen.

Voorbeelden:

- Ik ga graag naar Luxor, want dat is op loopafstand. 
- Mijn zus gaat er liever niet naartoe, want zij vindt de kaartjes te duur. (= tegenargument)


Slide 7 - Slide

Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.


Voorbeeld 1:

Ik ga graag naar Luxor, want dat is op loopafstand (argument voor). Mijn zus gaat liever naar een andere bioscoop, ze vindt Luxor te duur (tegenargument). De kaartjes van een andere bioscoop zijn goedkoper, maar het geld dat je daarop bespaart ben je kwijt aan reiskosten (weerlegging).

Slide 8 - Slide

Voorbeeld 2:


Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). 
Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). 
Als je je echter goed insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand (weerlegging).

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Verbinden van alinea's:
Je kunt alinea's als volgt met elkaar verbinden:
1. met een signaalwoord 
2. door een herhaling 
3. door een overgangszin met een verwijswoord 
4. door een aankondigende of terugblikkende zin

Slide 14 - Slide

Richtlijnen betoog (vervolg):
  • Vul voor je begint het schrijfplan zo volledig mogelijk in, zie hiervoor de opdracht in Teams..

  • TIP: bij het uiteindelijk schrijven van je betoog begin dan eerst met

    de kern
    , daarna met
    de inleiding en vervolgens met
    het slot.
    Eindig je betoog met een pakkende titel.

Deze onderdelen vormen een goede basis voor je uiteindelijke betoog.

Slide 15 - Slide