H8 Leven en werken in het Romeinse Grootrijk (verkorte vorm)

• Geschiedenis
• Secundair onderwijs

VRAAG 1

Hoe evolueerde de Romeinse economie door de veroveringen?

H8 Leven en werken in het Romeinse Grootrijk

Situeer in tijd: Hoe evolueerde de Romeinse economie door de veroveringen?

Situeer in ruimte: Hoe evolueerde de Romeinse economie door de veroveringen?

Welke bevolkingsgroepen zorgden voor de grote bevolkingsgroei in Rome tussen 350 v.C. en 100?

BESLUIT

Rome was aanvankelijk een eenvoudige landbouwsamenleving.

Door veroveringen was er een enorme bevolkingsgroei in Rome: slaven en arme boeren.

Graaninvoer was nodig om alle mensen in Rome te kunnen voeden.

VRAAG 2

Hoe organiseerden de Romeinen hun economie?

De Romeinse import (invoer van producten) was grootschalig

1. Juist
2. Fout

De Romeinse export (uitvoer van producten) was kleinschalig

1. Juist
2. Fout

De veroverde gebieden waren vooral

1. Producent
2. Consument

Rome kon dankzij de veroveringen goedkoop aan grondstoffen komen.

1. Juist
2. Fout

Rome beschouwde de veroverde gebieden als volwaardige handelspartners.

1. Juist
2. Fout

Rome was vooral...

1. Producent
2. Consument

Opdracht 5 p.156

Romeinse munten: de euro van de klassieke oudheid

a) Hoe heeft het Romeinse geld zich kunnen verspreiden?

• Handelaars deden zaken in alle uithoeken van het rijk en betaalden daar met munten.
• Soldaten werden overal in het rijk met Romeinse munten betaald.

b) Waarom bevorderde de uitbreiding van het rijk een geldeconomie?

Handelaars kochten goederen in Gallië die ze met Romeinse munten konden betalen.

Soldaten konden met hun soldij in alle hoeken van het rijk betalen.

Op verschillende plaatsen in het veroverde gebied werden mijnen geopend.

VRAAG 3

Welke rol speelden slaven in de Romeinse economie?

Wat waren de taken van een slaaf?

• Huishoudelijke taken
• Werken op het land
• Werken in de mijn
• Werken als prostituee
• Persoonlijke slaaf / assistent
• Secretaris, schrijver, boekhouder, leraar,...

Slavenhandel leverde niet veel op

1. Juist
2. Fout

De slavenaanvoer was eerder beperkt.

1. Juist
2. Fout

Het waren vooral rijke Romeinen die veel slaven gebruikten.

1. Juist
2. Fout

Slaaf bleef je tot je dood.

1. Juist
2. Fout