Les6 U2

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Programme d'aujourd'hui
Répéter Apprendre 1-4
Répéter  poser des questions.
Composer des phrases
Faire exercices 9,10,11,12,13



Slide 2 - Slide

timer
10:00

Slide 3 - Slide

timer
10:00

Slide 4 - Slide

ça  y est? (is het gelukt?)

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je de imparfait en hoe wordt deze gevormd?
timer
2:00

Slide 6 - Open question

Wat is het verschil tussen de passé composé en de imparfait?
timer
2:00

Slide 7 - Open question

Vous vous souvenez? 
Geeft aan wat je hebt gedaan. 

Je doet het niet op het moment dat je het vertelt. 

Hulpwerkwoord avoir/ être + voltooid deelwoord.

Slide 8 - Slide

Wordt gebruikt om te vertellen over wat je deed toen je klein was. 

Je vertelt over een gewoonte of gebruik van vroeger.

Slide 9 - Slide

Korte uitleg Imparfait
1. wat je deed toen je klein was.
2. Vormen door  Nous vorm- ons + vaste uitgang.
vaste uitgangen zijn:                  
3. -ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient.
(geen uitzonderingen)
.

Slide 10 - Slide

timer
5:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Havo
Scan de code.
.

(2.4 Ecouter, comprehension globale + détaillée.)
dialoque 1
dialoque 2

Slide 13 - Slide

VWO
Scan de code.
Exercice 12, 13 page 63,64
.

(2.4 Ecouter, comprehension globale + détaillée.)
dialoque 1
dialoque 2

Slide 14 - Slide

les devoirs
Apprendre 1-4
verschil tussen imparfait en passé composé.
maken stencil en 10,12,13

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide