stam + t

Ga naar Lessonup.com
Voer in het vakje "Student pin" de code in die op het bord geschreven staat
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6,7

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Ga naar Lessonup.com
Voer in het vakje "Student pin" de code in die op het bord geschreven staat

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, altijd 

stam + t
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam + t
behalve bij ik en als jij erachter staat.

Slide 3 - Slide

Ik word ziek.
Word jij ook ziek? 
Hij beantwoordt mijn vraag niet. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Ik ..... de kaarten (schudden)
Wat is de stam?
A
schud
B
schudt
C
schut

Slide 6 - Quiz

Hij ....... de kaarten (schudden).
A
schud
B
schudt
C
schut

Slide 7 - Quiz

....... jij de kaarten? (schudden)
A
Schud
B
Schudt
C
Schut

Slide 8 - Quiz

Mijn broer ...... me. (bevrijden)
A
bevrijd
B
bevrijt
C
bevrijdt

Slide 9 - Quiz

Gebruik het werkwoord "vinden" en maak af:
Hij ...

Slide 10 - Open question

Een voltooid deelwoord is een woord waarmee je aangeeft dat iets al gebeurd is

Slide 11 - Slide

Kies het goede antwoord:
Ik heb ...

A
Betaalt
B
Betaald
C
Betaaldt

Slide 12 - Quiz

Kies het goede antwoord:
Hij was ...
A
Verast
B
Verrasd
C
Verrast
D
Verrasdt

Slide 13 - Quiz