Thema verkeer borden en verkeersregels

Het verkeer
1 / 78
next
Slide 1: Slide
W.O.Lager onderwijs

This lesson contains 78 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Het verkeer

Slide 1 - Slide

Waaraan denk je zoal bij
'Het verkeer'

Slide 2 - Mind map

FIETSEXAMEN

DINSDAG 13/05/2025 van 8u30-12u

Slide 3 - Slide

DE VERKEERSBORDEN

Slide 4 - Slide

Verschillende verkeersborden
- Gevaarsborden
- Verbodsborden
- Gebodsborden
- Aanwijzingsborden
- Voorrangsborden

Slide 5 - Slide

Gevaarsbord
Dit zijn verkeersborden die wijzen op een mogelijks gevaarlijke situatie.

Meestal driehoekige borden met een rode rand en zwarte prent op de achtergrond.

Slide 6 - Slide

Voorbeelden gevaarsborden

Slide 7 - Slide

Verbodsbord
Deze verkeersborden geven aan dat iets verboden is om te doen. 

Dit zijn meestal ronde borden met een rode rand.
 

Slide 8 - Slide

Voorbeelden verbodsborden

Slide 9 - Slide

Gebodsbord
Deze verkeersborden geven aan wat je verplicht moet doen.

Dit zijn meestal ronde borden met een blauwe achtergrond.
 

Slide 10 - Slide

Voorbeelden gebodsborden

Slide 11 - Slide

Aanwijzingsbord
Deze verkeersborden delen belangrijke informatie mee voor de weggebruikers.

Dit zijn meestal vierkante of rechthoekige, blauwe of witte borden.
 

Slide 12 - Slide

Voorbeelden aanwijzingsborden

Slide 13 - Slide

Voorrangsbord
Deze verkeersborden geven aan wie er voorrang heeft en wie er voorrang moet geven.

 

Slide 14 - Slide

Voorbeelden voorrangsborden

Slide 15 - Slide

VOETGANGERS


Slide 16 - Slide

Wie is voetganger?


Wie zich te voet verplaatst is voetganger. Ook wanneer je met een fiets of bromfiets aan de hand wandelt, of stapvoets in een rolstoel of scootmobiel rijdt, ben je een voetganger. Met zogenaamde voortbewegingstoestellen (step, skateboard, rolschaatsen) ben je een voetganger zolang je je stapvoets voortbeweegt. Ga je sneller, dan beschouwt de wegcode je als fietser en dien je de verkeersregels die voor fietsers gelden na te leven.

Slide 17 - Slide

Plaats van een voetganger
Als voetganger moet je verplicht een voetpad, trottoir of berm gebruiken als dat aanwezig is. Is dat er niet, dan mag je op het fietspad lopen of in het slechtste geval op de rijbaan. Op het fietspad mag de voetganger de fietsers of bromfietsers die het fietspad gebruiken niet hinderen of in gevaar brengen – fietsers of bromfietsers hebben daar dus voorrang. Op de rijbaan moet de voetganger zo dicht mogelijk bij de rand stappen en links wandelen (zodat men het verkeer ziet aankomen)..

Slide 18 - Slide

Oversteekplaats voor voetgangers
Oversteken doe je bij voorkeur op een oversteekplaats voor voetgangers. Indien er op minder dan 20 meter eentje ligt, ben je verplicht om dat te gebruiken. Je steekt loodrecht over op de rijbaan, en dus niet schuin. Voertuigen in een file moeten de oversteekplaats voor voetgangers altijd vrijhouden. Gebruik je een oversteekplaats met verkeerslichten, dan hou je rekening met de voetgangerslichten. Een rood licht moet je te allen tijde respecteren, ook als voetganger!

Slide 19 - Slide

Oversteken
Bestuurders (fietsers, automobilisten, motorrijders) mogen een oversteekplaats alleen met matige snelheid naderen. Voetgangers die zich op een oversteekplaats bevinden of op het punt staan via de oversteekplaats de straat over te steken, hebben voorrang. Wanneer er geen oversteekplaats in de buurt is, mag je als voetganger uiteraard wel de straat oversteken, maar in dat geval heeft die geen voorrang op het verkeer in de straat!

Slide 20 - Slide

Trams hebben wel voorrang
Voetgangers die het zebrapad gebruiken hebben voorrang op andere weggebruikers. Enkel trams hebben voorrang op voetgangers in zo'n geval. Loopt de oversteekplaats over een trambedding, dan moet je als voetganger extra uitkijken, want de tram heeft altijd voorrang, ook op voetgangers, zelfs op het zebrapad!

Slide 21 - Slide

FIETSERS

Slide 22 - Slide

Fietsers
Fietsers zijn bestuurders en moeten dezelfde regels naleven als de bestuurders van andere voertuigen. In het verkeersreglement staan echter een aantal regels die specifiek op fietsers van toepassing zijn.

Slide 23 - Slide

Fietsers
Een fietser is een 'zachte weggebruiker'. Dat betekent dat je heel wat rechten hebt, maar zeker ook een aantal plichten! Vooral deze plichten zijn niet altijd gekend. Vaak omdat fietsers gewoon de verkeersregels niet kennen of ze zelfs fout kregen aangeleerd. Daarom zetten we een aantal regels op een rijtje die elke fietser zou moeten kennen.

Slide 24 - Slide

Verkeersreglement fietsers

Is er een fietspad, dan moeten fietsers hierop rijden, tenminste indien het fietspad berijdbaar is. Is het fietspad op de grond aangeduid met twee evenwijdige, onderbroken witte strepen, dan mogen fietsers er alleen op rijden wanneer het fietspad langs rechts in hun rijrichting ligt.

Slide 25 - Slide

Verkeersreglement fietsers
Is het fietspad aangeduid met verkeersborden D7 of D9, dan moet er op gereden worden in de richting van waaruit het verkeersbord zichtbaar is. Een links gelegen fietspad mag dus alleen gebruikt worden indien het in die rijrichting gesignaleerd is met een bordje D7 of D9.
Bestuurders die uit een zijstraat komen, moeten er dan aan denken dat er ook fietsers van rechts kunnen opdagen op het fietspad.
D7
D9

Slide 26 - Slide

Verkeersreglement fietsers

Slide 27 - Slide

Verkeersreglement fietsers
In bepaalde gevallen mogen de fietsers ook op de verhoogde bermen en zelfs op het trottoir rijden. Kinderen van minder dan 10 jaar mogen altijd op het trottoir rijden.

Helaas... jullie dus niet meer.
Tenzij...

Slide 28 - Slide

Verkeersreglement fietsers
Andere fietsers mogen op het trottoir rijden indien tegelijkertijd aan volgende voorwaarden is voldaan:

   Er is geen fietspad voorhanden of het is niet berijdbaar.
    De weg ligt niet in een bebouwde kom.
    De fietser moet rechts in de gevolgde rijrichting rijden (dus niet op het links gelegen trottoir).
    De fietser moet voorrang verlenen aan de andere gebruikers van het trottoir.

Slide 29 - Slide

Verkeersreglement fietsers
Op de rijbaan mag je met twee naast elkaar fietsen. Je moet wel achter elkaar gaan rijden als de weg te smal is om met een tegenligger te kunnen kruisen.

Buiten de bebouwde kom ben je bovendien verplicht om achter elkaar te gaan rijden als er achteropkomend verkeer is.

Slide 30 - Slide

Verschillende oversteekplaatsen
Er is een verschil tussen een zebrapad en een oversteekplaats voor fietsers. Het eerste is een oversteekplaats voor voetgangers, het tweede een oversteekplaats voor ... fietsers.

    Zebrapad: je bent óf fietser óf voetganger. Wil je gebruik maken van het zebrapad, dan moet je van je fiets stappen om voorrang te genieten. Voorrang op zebrapaden is enkel voorbehouden aan voetgangers. Steek je al fietsend het zebrapad over, dan moet je dus voorrang verlenen.
   

Slide 31 - Slide

Verschillende versteekplaatsen
Oversteekplaats voor fietsers: fietsers moeten zich voorzichtig op de oversteekplaats voor fietsers begeven en moeten rekening houden met naderende voertuigen. De auto’s moeten je geen voorrang verlenen, tenzij je al op de oversteekplaats bent.

Slide 32 - Slide

Verschillende oversteekplaatsen
Hoe heet dit en wat betekent dit?

Slide 33 - Slide

Verboden richting
In de verboden richting rijden is alleen toegelaten indien onder het bord C1 (verboden richting voor iedere bestuurder) een bijkomend wit bord is aangebracht, waarop een fiets afgebeeld staat. Staat dit bordje er niet, dan is het OOK VOOR FIETSERS absoluut verboden tegen de rijrichting in te rijden. Doe je dit toch dan kan je dat 174 euro boete opleveren! Bovendien kan de fietser dan niet de voorrang aan rechts inroepen als hij van uit een verboden richting een kruispunt oprijdt


Slide 34 - Slide

Verboden richting tenzij...
    C1

Slide 35 - Slide

Verlichting
Zorg er voor dat je lichten behoorlijk werken en gebruik deze ook. Ook al moet je dan misschien harder trappen. Ook al maakt je dynamo een verschrikkelijk geluid. Je lichten dienen namelijk niet alleen om de baan te verlichten, maar ook (en vooral) om gezien te worden. Zonder goede lichten ben je in het donker zo goed als onzichtbaar, zelfs op plaatsen met openbare verlichting. Let wel op dat je verlichting niemand verblindt.  Zorg er dus voor dat ze steeds op de weg gericht is en niet in de ogen schijnt van je medeweggebruikers.

Slide 36 - Slide

En ook nog...
  • Fietsers moeten altijd hun stuur vasthouden en hun voeten op de pedalen houden.
  • Fietsers mogen tijdens het rijden geen gsm gebruiken die ze in de hand houden.
  • Fietsers mogen zich niet laten voorttrekken.
  • Je hond uitlaten terwijl je zelf op de fiets zit, is verboden.
  • Wil je afslaan, dan steek je best je arm uit om dit aan de andere weggebruikers duidelijk te maken
  • Een helm is niet verplicht maar wel zeer sterk aanbevolen!

Slide 37 - Slide

Link VSV
Op de website van de VSV (rond veilig verkeer) vind je heel wat regels, uitleg,... over het verkeer.


De link vind je op de volgende slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

HIËRARCHISCHE VOLGORDE IN HET VERKEER

Slide 40 - Slide

Hiërarchische volgorde in het verkeer
1. Bevoegd persoon
2. verkeerslichten
3. verkeersborden
4. wegmarkeringen

Slide 41 - Slide

Hiërarchische volgorde in het verkeer
- bovenaan de politieagent
- een stap lager de verkeerslichten
- daaronder de verkeersborden in verband met de voorrang
- onderaan de wegmarkeringen.

Jullie kennen al een aantal verkeersregels.  Maar verkeersborden gaan boven de regels.  Verkeerslichten staan nog een stap hoger. En is er een bevoegd persoon, dan tellen de lichten niet meer, maar alleen maar zijn bevelen.

Zelfs een ambulance met zwaailichten en alarmsignaal moet stoppen als een agent het bevel geeft.

Slide 42 - Slide

BEVELEN VAN EEN BEVOEGD PERSOON

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Bevelen van een bevoegd persoon
1 arm in de hoogte
Wanneer op een kruispunt
een agent 1 arm in de hoogte steekt,
dan moeten alle weggebruikers
stoppen. Wie zich al op het kruispunt
bevindt, moet het zo snel mogelijk
verlaten.

Slide 45 - Slide

Bevelen van een bevoegd persoon
1 of 2 armen gestrekt



Slide 46 - Slide

Bevelen van een bevoegd persoon
1 of 2 armen gestrekt

Houdt een agent een of beide armen horizontaal gestrekt, dan moeten de weggebruikers die naar zijn buik en zijn rug toe komen, stoppen. Weggebruikers die naar zijn vingertoppen of zijn zijkant toe komen, mogen verder het kruispunt op om er rechtdoor, of naar links, of naar rechts af te slaan. Een agent met twee armen horizontaal gestrekt, geeft dus net hetzelfde bevel als met een arm horizontaal gestrekt. Alvorens een agent zicht draait, zodat de vingertoppen of zijkant naar jou gericht worden, zal hij eerst zijn arm in de hoogte steken, zodat de weggebruikers het kruispunt kunnen verlaten.

Slide 47 - Slide

PRIORITAIRE VOERTUIGEN

Slide 48 - Slide

Prioritaire Voertuigen
Een prioritair voertuig is een voertuig
dat uitgerust is met blauwe zwaailichten
en een speciaal alarmsignaal,
zoals politie- en brandweerwagens
en de ambulances van hulpdiensten.

Zijn de blauwe zwaailichten niet aan, of branden die,
maar is er geen alarmsignaal te horen,
dan mag je gewoon verder rijden.
Maar schijnen de blauwe zwaailichten en hoor je het alarmsignaal,
dan moet je voorrang verlenen, indien nodig de rijbaan verlaten of vertragen of stoppen.

Slide 49 - Slide

Welke voertuigen kunnen prioritair zijn?
Politie
Brandweer
Ziekenwagen

Slide 50 - Slide

Welke voertuigen kunnen prioritair zijn?
Maar onder andere ook...
Voertuigen van de civiele bescherming
Voertuigen van de militaire politie
Voertuigen van DOVO (ontmijningsdienst)
Voertuigen van justitie voor het vervoer van gevangenen
Voertuigen van de douane

Slide 51 - Slide

OEFENINGEN

Slide 52 - Slide

Verkeersborden die wijzen op een mogelijke gevaarlijke situatie. Meestal driehoekige borden met rode rand en zwarte prent.
Verkeersborden die aangeven dat iets verboden is om te doen. Meestal ronde borden met rode rand.
Verkeersborden die aangeven wat je verplicht moet doen. Meestal ronde borden met een blauwe achtergrond.
Verkeersborden die belangrijke informatie geven aan weggebruikers. Meestal vierkante of rechthoekige, witte of blauwe borden.
Verkeersborden die aangeven wie voorrang heeft.
Gevaarsbord
Verbodsbord
Gebodsbord
Aanwijzingsbord
Voorrangsbord

Slide 53 - Drag question

Dit is een...
A
gevaarsbord
B
verbodsbord
C
gebodsbord
D
voorrangsbord

Slide 54 - Quiz

Dit is een...
A
gevaarsbord
B
aanwijzingsbord
C
gebodsbord
D
voorrangsbord

Slide 55 - Quiz

Dit is een...
A
gevaarsbord
B
aanwijzingsbord
C
gebodsbord
D
voorrangsbord

Slide 56 - Quiz

Dit is een...
A
gevaarsbord
B
aanwijzingsbord
C
gebodsbord
D
voorrangsbord

Slide 57 - Quiz

Dit is een...
A
gevaarsbord
B
aanwijzingsbord
C
gebodsbord
D
voorrangsbord

Slide 58 - Quiz

Gevaarsbord
Verbodsbord
Gebodsbord
Aanwijzingsbord
Voorrangsbord

Slide 59 - Drag question

Welke van deze 4 borden is een verbodsbord?
A
B
C
D

Slide 60 - Quiz

Wat wil dit bord
ons vertellen?
A
In deze straat mogen auto's, fietsers omverrijden.
B
In deze straat mogen geen auto's rijden, enkel fietsers.
C
In deze straat mag een auto, een fietser niet inhalen.
D
In deze straat moeten auto's de fietsers duwen met de bumper.

Slide 61 - Quiz

Ook wanneer je met een fiets of bromfiets aan de hand wandelt, ben je een voetganger.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 62 - Quiz

Als er 50 meter van jou een oversteekplaats voor voetgangers is, moet je dit verplicht gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 63 - Quiz

Voetgangers die op de oversteekplaats zijn, of op het punt staan dit over te steken, hebben voorrang op automobilisten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 64 - Quiz

Voetgangers die een oversteekplaats voor voetgangers gebruiken hebben voorrang op ALLE andere weggebruikers.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 65 - Quiz

Fietsers zijn bestuurders en moeten dezelfde regels naleven als bestuurders van andere voertuigen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 66 - Quiz

Kinderen tot 12 jaar mogen op het voetpad rijden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 67 - Quiz

Als je met de fiets een zebrapad oversteekt, heb je ook voorrang.
A
Waar
B
Alleen als je de fiets aan je hand hebt en er niet op rijdt.
C
Niet waar
D
Alleen als je op de fiets zit.

Slide 68 - Quiz

Dit bord geldt niet voor fietsers.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 69 - Quiz

Kinderen tot 12 jaar mogen op het voetpad rijden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 70 - Quiz

Je mag aanhangen en je laten meetrekken door een andere fietser als je moe bent.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 71 - Quiz

Plaats in de juiste volgorde
1
2
3
4
De verkeersregels
Een politieagent
Verkeerslichten
De verkeersborden

Slide 72 - Drag question

De verkeersregels gelden enkel voor automobilisten maar niet voor fietsers.
WAAR
NIET WAAR

Slide 73 - Poll

Wat moet je doen als een politieagent op een kruispunt zijn arm in de lucht steekt?
A
Als die naar jou wijst, is het aan jou om over te steken.
B
Hij kondigt aan dat hij stopt met het verkeer te regelen.
C
Alle bestuurders mogen doorrijden in de aangewezen richting
D
Iedereen moet stoppen en het kruispunt zo snel mogelijk verlaten.

Slide 74 - Quiz

Wanneer moet je voorrang verlenen aan een prioritair voertuig?
A
Altijd.
B
Nooit.
C
Als zijn zwaailichten en alarmsignaal aanstaan.
D
Als het zwaailicht aanstaat.

Slide 75 - Quiz

Als fietser hoef je geen rekening te houden met de agent als die het verkeer staat te regelen.
WAAR
NIET WAAR

Slide 76 - Poll

De verkeersborden gelden enkel voor auto's en vrachtwagens, niet voor fietsers.
WAAR
NIET WAAR

Slide 77 - Poll

Slide 78 - Slide