4.1 en 4.2

• Verzorging
• Voortgezet speciaal onderwijs

verzorging

4.1 en 4.2 

4.1 je verandert

vanaf ongeveer je 12de t/m je 16de ben je in de puberteit

je groeit dan snel en je verandert

je gevoelens en gedachten veranderen

je verandert van een kind in een volwassen man of vrouw

geestelijke veranderingen

De puberteit heeft te maken met gevoelens en gedachten. 

Je gaat anders denken

Je wordt zelfstandiger

Die veranderingen zijn soms moeilijk

lichamelijke veranderingen

In de puberteit verandert je lichaam ook. 

Je krijgt een groeispurt

je voortplantingsorganen ontwikkelen verder

primaire geslachtskenmerken en secundaire geslachtskenmerken

4.2 het voortplantingsstelsel van een man

In de puberteit wordt je geslachtsrijp. Je kunt dan kinderen krijgen. 

De voortplantingsorganen noem je samen het voortplantingsstelsel. 

zaadcellen

In de balzak zitten de teelballen. 

De teelballen maken de zaadcellen. 

De zaadcellen worden in de bijballen opgeslagen

De zaadcellen worden door de zaadleiders vervoert

sperma

sperma bestaat uit zaadcellen en vocht

het vocht komt uit de zaadblaasjes en de prostaat

de zaadblaasjes voegen ook nog voedingstoffen toe aan de zaadcellen.

de zaadblaasjes en prostaat liggen in de onderbuik

penis

zwellichamen

urinebuis

eikel 

voorhuid

gemeenschap

een man brengt zijn penis in de vagina van de vrouw

bij een zaadlozing komt de sperma met schokken naar buiten, een orgasme of klaarkomen is het lekkere gevoel bij een zaadlozing

een zaadlozing kan een man hebben bij geslachtsgemeenschap, door zelfbevrediging(masturbatie), of in de slaap ( natte droom)

was je penis elke dag met water en schuif daarbij de voorhuid naar achteren. 

maken 4.1 en 4.2

tekst lezen en vragen 1 t/m 17 online maken