H3.5 I

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

• Herhalen vorige les.
• Huiswerk controleren.
• Uitleg 3.5.
• Werken.
• Uitleg 3.5.

Welk gilde zat er in dit gebouw?

Nakijken.

• Paragraaf 3.4 vraag 1 tm 6.
• Eén persoon leest de vraag voor.
• Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
•  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Lesdoel

• Je kunt uitleggen dat de burgers van middeleeuwse steden machtiger werden.
• Je kunt uitleggen hoe lastig het was om een middeleeuwse koninkrijk te besturen.
• Je  kunt uitleggen waarom koningen vanaf 1200 hun gebieden centraal wilden besturen.
• Je kunt beschrijven hoe koningen vanaf 1200 probeerden hun macht te vergroten.
  

Stadsrechten

• Een stad stond op het land van een heer.
• Om iets aan te kunnen passen in de stad was de toestemming van de heer nodig.
• Het bestuur kon aan de heer vragen om stadsrechten.
• Stadsrechten zijn een stadsmuur bouwen, eigen rechtspraak, munten slaan en een jaarmarkt houden.

Bestuur

• Schout. Wordt benoemd door de heer van het gebied. Hij is de belangrijkste bestuurder.
• Schepenen. Worden door rijke families gekozen.

Aan het werk

• zelfstandig 10 minuten:
• 3.5 Lezen blz 163.
  
• 3.5 Maken vraag 1 t/m 4.

JE MAG MIJ VRAGEN STELLEN, MAAR NIET AAN ELKAAR, DUS NIET PRATEN/FLUISTEREN!

Verschillende rijken

Een groot rijk...

1. Het rijk was verdeeld.
2. Overal waren heren die hun land verdeelden.
3. Die heren hadden allemaal andere afspraken.
4.  De koning moest steeds zijn land door reizen en rekening houden met andere afspraken.
5. Doodvermoeiend

Huiswerk

3.5 Lezen blz 163 t/m 165 .

3.5 Maken vraag 1 t/m 5.

VERGEET DE TOETS VAN VOLGENDE WEEK NIET!

 

Dit is een jaarmarkt. Mocht elke stad deze zomaar organiseren?

Centraal bestuur

1.  Rijk besturen vanuit een hoofdstad.
2. Overal dezelfde wetten en belastingen.
3. Minder macht voor de adel.
   

Meer macht voor de koning.

Geld!

Belasting wordt in geld betaald.

Koningen betalen:

• Ambtenaren die helpen bij het bestuur.
• Huurlingen die helpen om te zorgen dat de edelen luisteren. Een huurleger dus.