2G Dienstag, den 11. April 2023 OVG Anfang Kapitel 6

Dienstag, den 11. April 2023
  • Willkommen
  • Nachsehen Aufgaben Woche 14
  • Lernliste
  • Ziele Unterrichtsstunde
  • Grammatik: Kapitel 6 und 8 + machen Aufgaben
  • Zeit übrig: Weiter arbeiten "Vlog: das bin ich"
  • Aufgaben Woche 15
  • Zum Schluss
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Dienstag, den 11. April 2023
  • Willkommen
  • Nachsehen Aufgaben Woche 14
  • Lernliste
  • Ziele Unterrichtsstunde
  • Grammatik: Kapitel 6 und 8 + machen Aufgaben
  • Zeit übrig: Weiter arbeiten "Vlog: das bin ich"
  • Aufgaben Woche 15
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Nachsehen Aufgaben Woche 14:
Aufgaben 12 + 13 Seite 19 Kapitel 6
Aufgaben 18 + 19 Seiten 78-79 Kapitel 8

Slide 2 - Slide

Lernliste besprechen!
paardrijden t/m saai Seite 26
C Lesen Seite 26

Slide 3 - Slide

Ziele Unterrichtsstunde:
  • Je kunt na het lezen van een tekst vragen beantwoorden.
  • Je kunt werkwoorden vervoegen met een stam op een d of een t. (+ 5 extra werkwoorden)
  • Je maakt kennis met Modalverben.

Slide 4 - Slide

Grammatik:
Vervoegen van werkwoorden!
  • Standaard uitgang?
  • Sisklanken + uitgang?
  • Werkwoorden met stam op d of t
  • Aantal werkwoorden waarvoor regel d/t ook geldt!!
  • ezelsbruggetje werkwoorden d/t + 5 extra werkwoorden.

Slide 5 - Slide

Machen Aufgaben:   Seite 18
  1. Zelfstandig maken Aufgaben 10 + 11
  2. Klaar: Leren Lernliste Seite 26 helemaal Leren Grammatik Seite 18 + aantekeningen schrift.
  3. Nakijken Aufgaben 10 + 11
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Modalverben: 
Modale hulpwerkwoorden (modalverben) zijn hulpwerkwoorden die extra betekenis aan het hoofdwerkwoord toevoegen. Voorbeelden van modale hulpwerkwoorden in het Nederlands zijn zullen, kunnen, mogen, moeten, willen. 

Als je bijvoorbeeld zegt: 'Petra kan zwemmen', zeg je eigenlijk dat Petra in staat is om te zwemmen (ze verdrinkt niet in water). Dat heeft natuurlijk een hele andere betekenis dan 'Petra zwemt', een zin zonder modaal hulpwerkwoord.

In het Duits zijn er ook modale hulpwerkwoorden (modalverben) zoals bijvoorbeeld: willen, können, müssen, mögen, sollen en dürfen. 

Slide 7 - Slide

Modalverben Präsens
De Duitse Modalverben verschillen in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').
  3. bij sollen géén klinkerwisseling enkelvourd.
  4. extra bij wissen => enkelvoud ß in plaats van ss

Slide 8 - Slide

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   er/sie/es/man antwortet

Slide 9 - Slide

Machen Aufgaben:
  • Zelfstandig maken Aufgaben 20 + 21 Seite 79
  • Klaar: Slim stampen online Lernliste Kapitel 6. Slim stampen online grammatica Kapitel 6.
  • Bespreken Aufgaben 20 + 21
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Aufgaben Woche 15
Lernen Lernliste helemaal Seite 26
Lernen Grammatik werkwoorden met stam op d/t  Seite 27 + aantekeningen extra werkwoorden
Lernen Grammatik Modalverben Seite 78 + aantekeningen

Machen zu Hause (thuis maken):
Aufgabe 19 (schrijf de vragen in je schrift in het Duits en geef hierop in het Duits antwoord!!) Seite 22
Aufgaben 22 + 23 Seite 80 Kapitel 8

Zusammen während der Unterrichtsstunde (samen tijdens de les): Woche 14
Aufgabe 8 Kapitel 6
Uitleg grammatica Kapitel 6 + Aufgaben 10 + 11
Uitleg grammatica Kaptel 8

Vlog inleveren 10 mei 2023

Slide 11 - Slide

Weiter arbeiten skript und "Vlog: das bin ich"
  1. Setting -> waar wil je allemaal gaan filmen (keuken, kamer, slaapkamer, sportvereniging, buiten enzovoort).
  2. Personages -> Wie komen er per setting voor in je vlog?
  3. Attributen -> Wat wil je laten zien per setting (huisdieren, familieleden, hobby enzovoort)
  4. Wat ga je zeggen per setting? -> dit schrijf je per setting op!

Slide 12 - Slide

Zum Schluss

Slide 13 - Slide

Skript schreiben "Vlog: das bin ich"
Waarom script schrijven? 
-> Het is een samenvatting wat je wilt gaan doen. Wat je wilt zeggen. Ben je het tijdens het filmen even kwijt wat je wilde gaan doen, dan pak je je script er even bij.

Dus een checklist en een geheugensteun!!

Slide 14 - Slide

Aufgaben Woche 
Aufgaben 17 t/m22
toets plannen

Slide 15 - Slide