tegenstellingen
1 / 30
Lesson duration is: 5 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Wat is de tegenstelling van het woord:
vast
vast
18
A
samen
B
los
C
weg
D
groot
Slide 15 - Quiz
Wat is de tegenstelling?
warm - ?
warm - ?
47
A
klein
B
groot
C
zwak
D
koud
Slide 16 - Quiz
Wat is de tegenstelling?
warm - ?
warm - ?
A
klein
B
groot
C
zwak
D
koud
Slide 17 - Quiz
tegenstelling van altijd
A
nooit
B
ooit
C
vaak
D
niet
Slide 18 - Quiz
Wat is de tegenstelling van donker?
A
nacht
B
dag
C
donker
D
licht
Slide 19 - Quiz
Wat is de tegenstelling van beneden?
A
laag
B
hoog
C
op
D
boven
Slide 20 - Quiz
Wat is de tegenstelling van licht?
A
nacht
B
dag
C
donker
D
licht
Slide 21 - Quiz
Wat is de tegenstelling van boven?
A
laag
B
beneden
C
op
D
boven
Slide 22 - Quiz
Wat is de tegenstelling van makkelijk?
A
simpel
B
moeilijk
C
eenvoudig
D
vies
Slide 23 - Quiz
Wat is de tegenstelling van moeilijk?
A
simpel
B
moeilijk
C
eenvoudig
D
makkelijk
Slide 24 - Quiz
Wat is de tegenstelling van wel op de doos?
A
geen op de doos
B
niet op de doos
Slide 25 - Quiz
Wat is de tegenstelling van niet op de doos?
A
geen op de doos
B
niet op de doos
C
wel op de doos
D
goed op de doos
