quiz H4.1 tot 4.3

Quiz over H4.1 tot H4.3
- Maak de vragen zelfstandig 
- Let op je volume 
- Normale naam 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieBasisschoolGroep 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Quiz over H4.1 tot H4.3
- Maak de vragen zelfstandig 
- Let op je volume 
- Normale naam 

Slide 1 - Slide

Kapper valt onder de sector?
A
Dienstverlenende sector
B
Agrarische sector
C
Industriele sector

Slide 2 - Quiz

Boer valt onder de sector?
A
Dienstverlenende sector
B
Agrarische sector
C
Industriele sector

Slide 3 - Quiz

Schoenmaker valt onder de sector?
A
Dienstverlenende sector
B
Agrarische sector
C
Industriele sector

Slide 4 - Quiz

Alle bedrijven die meewerken aan een product , vind je terug in de

Slide 5 - Open question

Wat is produceren?

Slide 6 - Open question

De toegevoegde waarde is...

Slide 7 - Open question

Als de prijs voor electriciteit stijgt, zal productiekosten
A
Gelijk blijven
B
Stijgen
C
Dalen
D
Geen van A, B of C

Slide 8 - Quiz

Terugblik:
Wat is juist? Een bedrijfskolom is
A
een stapel bedrijven
B
samenwerkende bedrijven aan een product

Slide 9 - Quiz

Isabella heeft voor € 275,- aan frisdrank verkocht.
De kosten waren in totaal € 165,-. Wat is haar winst?

Slide 10 - Open question

Rens heeft 8 appeltaarten gebakken. Hier was hij in totaal 48 euro aan kwijt. Bereken de kostprijs per product.

Slide 11 - Open question

Een mixer is een voorbeeld van automatisering of
mechanisering?
A
automatisering
B
mechanisering

Slide 12 - Quiz

Een tractor is voorbeeld van automatisering of mechanisering?
A
automatisering
B
mechanisering

Slide 13 - Quiz

Als computers zorgen voor de aansturing van de productie noemen we dat:
A
automatisering
B
mechanisering
C
signalering
D
ontwikkeling

Slide 14 - Quiz