Leerjaar 4 Economie Hst 3 paragraaf 1 Wat zijn de kosten?

3.1 Wat zijn de kosten
We gaan voor winst!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1 Wat zijn de kosten
We gaan voor winst!

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert wat productiefactoren zijn en kunt hiervan voorbeelden geven
  • Je leert wat mechanisering en automatisering is en kunt vertellen wat de verschillen zijn
  • Je leert wat een kostprijs is en kunt hiermee rekenen 
  • Je leert wat technische ontwikkelingen zijn en kunt deze benoemen

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Klassikaal bespreken 3.1 Wat zijn de kosten
Tweetallen maken 1 t/m 10 (niet af = huiswerk)

Slide 3 - Slide

3.1  productiefactoren
1. Natuur
- grondstoffen
- energie
2. Arbeid
- werk
3. Kapitaal
- geld dat geïnvesteerd wordt b.v. machinges

Slide 4 - Slide

3.1 Mensen of machines
- Mechanisatie = 
machines doen het werk

- Automatisering =
Computers en computerprogramma's sturen machines aan.

Slide 5 - Slide

3.1 Wat kost het om dat te maken.
  • Kostprijs per product = Dat zijn de gem. kosten voor het maken van 1 product
  • Verkoopprijs - kostprijs = winst

berekening = kostprijs per product = productiekosten : aantal producten

Slide 6 - Slide

vraag 6. Een bandenfabrikant maakt per jaar 625.00 fietsbanden. De totale productie kosten zijn € 4 miljoen. Bereken de kostprijs

Slide 7 - Open question

De kostprijs bij de vorige vraag is € 6,40. De verkooprijs bedraagt 6,95. Wat is de totale winst wanneer er 625.000 fietsen banden worden verkocht.
A
€ 1
B
€ 343750
C
€ 0,55
D
€ 625.000

Slide 8 - Quiz

3.1 Techniek staat niet stil
- technologische ontwikkelingen = 
nieuw uitvindingen door techniek

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Maken opdracht 1 t/m 10 (niet af is huiswerk)

Slide 10 - Slide