Rekenen met geld

Rekenen

met

geld

1 / 33

Slide 1: Slide

RekenenBasisschoolGroep 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Rekenen

met

geld

Slide 1 - Slide

Welke munten zijn er?

Euro(cent) --> €

Slide 2 - Slide

Zijn de munten allemaal gelijk?

Wat valt je op?

Slide 3 - Slide

De achterkant is niet gelijk aan de voorkant

Slide 4 - Slide

Munteenheid = EuroCENT

1 eurocent

1 cent

€ 0,01

Slide 5 - Slide

Munteenheid = EuroCENT

2 eurocent

2 cent

€ 0,02

Slide 6 - Slide

Munteenheid = EuroCENT

5 eurocent

5 cent

€ 0,05

Slide 7 - Slide

Munteenheid = EuroCENT

20 eurocent

20 cent

€ 0,20

Slide 8 - Slide

Munteenheid = EuroCENT

50 eurocent

50 cent

€ 0,50

Slide 9 - Slide

Munteenheid = euro

1 euro/EURO

€ 1,00

100 eurocent

Slide 10 - Slide

Munteenheid = euro

2 euro

€ 2,00

200 eurocent

Slide 11 - Slide

Rekenen met munten

Slide 12 - Slide

Kan je nog een som maken

maar dan met andere munten?

Slide 13 - Slide

Ik heb

1 x 5 eurocent

1 x 10 eurocent

1 x 20 eurocent

Hoeveel moet erbij?

Welke munten?

Slide 14 - Slide

Ik heb

1 x 5 eurocent = 0,05

1 x 10 eurocent = 0,10

1 x 20 eurocent = 0,20

Dit is samen....20+10+5=35

Hoeveel moet erbij?

35 eurocent + 5 eurocent + 10 eurocent = 50 eurocent

€ 0,35 + € 0,05 +€ 0,10 = € 0,50

Slide 15 - Slide

Hoeveel munten zitten in de beurs?

Wat is de totale waarde?

Slide 16 - Slide

Hoeveel munten zitten in de beurs?

Wat is de totale waarde in eurocenten? en euro's?

6 munten

50+20+10+10+5+5= 100 eurocent = € 1,00

Slide 17 - Slide

€ 0,85 =

Slide 18 - Slide

€ 0,85 = 0,50 + 0,20 + 0,10 + 0,05

Slide 19 - Slide

Welke munten leg ik neer als is € 1,70 moet betalen?

Slide 20 - Slide

Welke munten leg ik neer als is € 1,70 moet betalen?

Slide 21 - Slide

Hoeveel euro's heb ik nodig?

1 BROOD

VOOR € 2,00

Slide 22 - Slide

Hoeveel euro's heb ik nodig?

x 1

1 BROOD

VOOR € 2,00

x 2

of.......

Slide 23 - Slide

Welke munten heb ik nodig?

€ 1.50

Slide 24 - Slide

welke munten heb ik nodig?

19,00

€ 1,75

Slide 25 - Slide

Hoeveel euro's heb ik nodig?

19,00

Slide 26 - Slide

Hoeveel euro's heb ik nodig?

19 * € 1,00 = € 19,00 euro

9 * € 2,00 = € 18,00 + € 1,00

€ 19,00

Slide 27 - Slide

gepast betalen, aanvullen, weinig munten,

Slide 28 - Slide

Die pen wil ik kopen.

Ik wil betalen.

Welke munten kan ik gebruiken?

Maak de quiz vraag.

Slide 29 - Slide

Ik heb 50 eurocent.
Welke rekensom KLOPT NIET?

1 x 20 eurocent 2 x 10 eurocent 2 x 5 eurocent

10 x 2 eurocent 4 x 5 eurocent

1 x 50 eurocent

4 x 10 eurocent 1 x 5 eurocent 5 x 1 eurocent

Slide 30 - Quiz

Zet de munten in de juiste volgorde..

Slide 31 - Slide

Schrijf het bedrag op

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Rekenen met geld

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

More lessons like this

3.4 Wat doen banken nog meer?

3.4 Banken doen meer

Rekenquiz

Ouderavond Praag

Leerlingenquiz voorbereiding Praag

Een percentage berekenen

10.1 - Formules korter maken

Verhoudingstabellen