NK, Kapitel 5, les 13 week 20 - HM12

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1,2

Hallo liebe HM12!

Friedrich Merz

Nieuwe Bundeskanzler sinds 6 mei
Christliche Demokratische Union

Geboren: 11-11 (opening Carnaval)

Programma:

Stunde 1:
- Hausaufgaben korrigieren

- Zelfstandig verder werken / toets nakijken

Stunde 2:

- Zelfstandig verder werken.

Lernziel(e)

- Je beheerst de kennis van het onbepaalde lidwoord & bezittelijk voornaamwoord, in het Duits.

- Je kunt Duitse gerechten in een restaurant bestellen. 

Hausaufgaben

- Nakijken en corrigeren met een rode stift/pen/potlood.

Kapitel 5, Grammatik (E), Aufgabe: 17, 18, 19, 20, 21 (boek - Seite 154)

Das ist gesünder = Das andere betekenis

Cola = vrouwelijk > leenwoord / eindigt op 'a' / oorsprong gebruik

Toets nakijken samen

- Op de toets wordt NIET geschreven! 

- Als er een fout in het nakijkwerk zit, schrijf je dit op in je schrift. 

- Heb je een vraag over de toets(vraag), kom na het nakijken naar mij toe.

Fenne, Evi Brouwers, Evy Jahae, Emma --> doorwerken

Opdracht 1A

1. Kurz
2. Die Schafe
3. Der Fleck

4. Streicheln

5. Aber

6. Gegangen
7. Wünschen

8. Oft

9. Die Schildkröte
10. Das Gemüse

10. Das Gemüse

11. Scheu
12. Geschrieben

13. Das Pferd

14. Anfassen
15. Das Känguru

Opdracht 1B

1. Lieblingstier

2. süß

3. frech

4. Salat

5. lieben

6. Katze

Opdracht 1C

7. Hunde

8. Der Fisch
9. Obst
10. Zähne
11. schwimmen
12. weich

Opdracht 2A

1. excuus

2. ver

3. rugzak

4. gedragen (zich) 

Opdracht 2B

5. Klamotten

6. Zunge

7. draußen
8. einfach

Opdracht 3A

stam = -n of -en van hele werkwoord af te halen
Stam van lernen = lern
Stam van wandern = wander

Opdracht 3B

ik
jij

hij, zij, het, men, wie

wij

jullie

zij, u

ich

du

er, sie, es, man, wer

wir

ihr

sie, Sie

e

st

t

en

t

en

Opdracht 3C

1. wünsche

2. spielen

3. heißt

4. füttert

5. Wohnst

6. besuchen

7. Fragen

8. macht

Opdracht 3D

1. schwimmt

2. Besuchst

3. spielt

4. fragen

5. versorgt

6. streicheln / streichelt 

Opdracht 4

1. gefunden

2. gespielt

3. gekommen

4. gelaufen

5. gewünscht

6. fotografiert

7. gewesen

8. besucht

Opdracht 5

1. B

2. A

3. September

4. B

Bonusopdracht

1. Was ist dein Lieblingstier?

2. Ich habe einen Hund.

3. Das Tier ist süß, aber scheu. 

4. Mein Haustier (fr)isst am liebsten Fleisch. 

Zelfstandig aan de slag!

1. Maak in je boek: 

- Kapitel 5, Grammatik (E), Aufgabe: 22, 23, 24, 25, 28

- Kapitel 5, Sprechen (F), Aufgabe: 29, 33, 34

- Wiederholung 5 (Seite 190), Aufgabe: 2, 3, 4, 5, 6, 8

Ganz fertig? Oefen online:

- Kapitel 5, Grammatik (E), SlimStampen B 
- Kapitel 5, Wortschatz (B), SlimStampen (kies, niet invul!)

Kijk nu terug naar de lesdoelen:

- Je beheerst de kennis van het onbepaalde lidwoord & bezittelijk voornaamwoord, in het Duits.

- Je kunt Duitse gerechten in een restaurant bestellen. 

Hausaufgaben 23-5-2025

Maken:

1. Kapitel 5, (F) Sprechen, Aufg. 29, 33, 34 boek/online

2. Wiederholung 5, Aufg. 2, 3, 4, 5, 6, 8 in je boek