Bezittelijk voornaamwoord Frans


Het bezittelijk voornaamwoord
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

1 uitzondering! Bij enkelvoud met klinker of stomme h, altijd mannelijke vorm gebruiken. -> mon amie  

Slide 3 - Slide

C'est .... (mijn) mère
A
mon
B
ma
C
mes
D
ta

Slide 4 - Quiz

C'est (jouw) père?
A
ton
B
mon
C
ta
D
ma

Slide 5 - Quiz

Non, c'est (zijn) mère.
A
son
B
ta
C
ses
D
sa

Slide 6 - Quiz

1 uitzondering! Bij enkelvoud met klinker of stomme h, altijd mannelijke vorm gebruiken. -> mon amie  

Slide 7 - Slide

Ons/jullie/hun

Slide 8 - Slide

C'est (onze) père.
A
nos
B
votre
C
notre
D
leur

Slide 9 - Quiz

C'est (jullie) mère?
A
votre
B
leur
C
notre
D
vos

Slide 10 - Quiz

Ce sont (jullie) enfants?
A
nos
B
notre
C
vos
D
votre

Slide 11 - Quiz

1 uitzondering! Bij enkelvoud met klinker of stomme h, altijd mannelijke vorm gebruiken. -> mon amie  

Slide 12 - Slide

1. (hun) père.
2. (onze) frère.
3. (jullie) parents.

Slide 13 - Open question