4.6 Zorg voor ouderen

KNM
thema 4
gezondheid
1 / 14
next
Slide 1: Slide
knmVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

KNM
thema 4
gezondheid

Slide 1 - Slide

4.6 Zorg voor ouderen
Lees de tekst op blz. 50 

       thuiszorg: hulp van verpleegkundigen en schoonmakers bij oude of zieke
 mensen thuis.


         mantelzorg: zorg die je krijgt van familie of bekenden, als je ziek of oud bent
luister hier

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is mantelzorg?
A
Je jas geven aan iemand die het koud heeft.
B
De was doen.
C
Een verpleegkundige die mensen bezoekt in de wijk.
D
Familie of vrienden zorgen voor iemand die oud of ziek is.

Slide 5 - Quiz

Wat doet de thuiszorg?
A
helpen met schoonmaken, boodschappen doen, studeren en aankleden
B
helpen met douchen, aankleden, schoonmaken en reizen
C
helpen met schoonmaken, boodschappen doen, douchen en aankleden.

Slide 6 - Quiz

Lees verder op blz. 50 


luister hier
         Zorgplan: in een zorgplan staat welke hulp iemand nodig heeft en wie die hulp geeft.
         Wijkverpleegkundige: een verpleegkundige die mensen bezoekt in de wijk.
         Recht hebben op: Als je ergens recht op hebt, moet je iets krijgen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoe kun je extra zorg regelen?

Slide 9 - Open question

Wat staat in een zorgplan?

Slide 10 - Open question

Lees verder op blz. 50 
luister hier
         Verzorgingshuis: een huis waar mensen wonen die niet meer thuis kunnen wonen.



         Verpleeghuis: een huis waar mensen wonen die veel zorg nodig hebben.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is het verschil tussen een verzorgingshuis en een verpleeghuis?
A
In een verpleeghuis wonen mensen die veel zorg nodig hebben. In een verzorgingshuis wonen mensen die niet veel zorg nodig hebben.
B
In een verzorgingshuis wonen mensen die veel zorg nodig hebben, In een verpleeghuis wonen mensen die niet veel zorg nodig hebben.

Slide 14 - Quiz