Finaledag klas 3 Natuur politie quiz

Finaledag klas 3 politie quiz
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Finaledag klas 3 politie quiz

Slide 1 - Slide

Vraag 1:
Agenten besteden de meeste tijd aan:
A
112-telefoontjes (achter overvallers aan, in actie komen bij ernstige ongelukken).
B
Handhaving (surveilleren op straat, mensen aanspreken op hun gedrag).
C
Administratie.
D
Verkeerscontroles.

Slide 2 - Quiz

Vraag 2:
Wat hoort niet bij het werk van de politie?

A
Drugscontrole in de haven van Rotterdam.
B
Begeleiden van de gouden koets op Prinsjesdag.
C
Beveiligen van vliegvelden.

Slide 3 - Quiz

Toelichting
Beveiligen van vliegvelden is een taak van de Koninklijke Marechaussee.

Slide 4 - Slide

Vraag 3:
Wat voor diensten kent de politie niet?

A
Nachtdienst.
B
Horecadienst.
C
Noodhulpdienst.
D
Corveedienst.

Slide 5 - Quiz

Wat houden de andere diensten in?
Nachtdienst?
Horecadienst?
Noodhulpdienst?

Slide 6 - Slide

Vraag 4:
In het weekend of door de week, politiewerk gaat altijd door. Hoeveel weekenden werken agenten ongeveer?
A
Elk weekend op zaterdag of zondag.
B
De ene week wel en de andere week niet.
C
1 weekend per maand.

Slide 7 - Quiz

Vraag 5:
Wanneer moet je echt 112 bellen?

A
Als je ziet dat iemand op straat wordt mishandeld.
B
Als een auto verkeerd geparkeerd is.
C
Als een bushokje vernield is.

Slide 8 - Quiz

Toelichting
Als je ziet dat iemand op straat wordt mishandeld. 
Betrap je iemand op heterdaad (op het moment dat hij iets strafbaars of gevaarlijks doet)? Bel 112. Kijk of iemand kan ingrijpen en vraag dit aan die persoon. Wacht nooit af totdat iemand uit zichzelf iets doet.

Slide 9 - Slide

Vraag 6:
Wat is een koppel?

A
De riem waar de spullen van een agent aan vast zitten, zoals het holster van het wapen.
B
Drie collega’s die samen surveilleren.
C
Een wapen waarmee je iemand een stroomstoot kunt geven.

Slide 10 - Quiz

Vraag 7:
Waar bewaren agenten hun vuurwapen?
A
Ze dragen het dag en nacht bij zich.
B
In een kluis op het bureau.
C
Daar zoeken ze zelf een goede plek voor.
D
In een kluis in de auto.

Slide 11 - Quiz

Vraag 8:
Is zelf pepperspray in je ogen krijgen een verplicht onderdeel van de opleiding?
A
Ja, je moet zelf weten hoe dit voelt.
B
Nee, dit mag niet.
C
Nee, maar je kunt er wel voor kiezen.

Slide 12 - Quiz

pepperspray
Misschien aan de gastspreker vragen of hij dat ook heeft gehad?

Slide 13 - Slide

Vraag 9:
Hoe vaak gebruiken agenten gemiddeld hun vuurwapen?
A
0,029 keer per jaar.
B
0,29 keer per jaar.
C
2,9 keer per jaar.
D
29 keer per jaar.

Slide 14 - Quiz

Toelichting
Er zijn agenten die al jaren bij de politie werken en die nog nooit hun wapen hebben hoeven gebruiken. Er zijn er ook die in een jaar tijd twee of meer keer hun wapen hebben gebruikt.

Slide 15 - Slide

Vraag 10:
Je kunt de rang van een agent zien aan zijn/haar uniform. Welke rang hoort hierbij?
A
Brigadier.
B
Inspecteur.
C
Hoofdagent.
D
Commissaris.

Slide 16 - Quiz