Hermeneutiek les 6

Hermeneutiek les 6
Tekst en context
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FilosofieHBOStudiejaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hermeneutiek les 6
Tekst en context

Slide 1 - Slide

Terugblik
  • analyse van een gesprek tussen gv en gedetineerde
  • situerende elementen ('deiktische indicatoren')
    als link tussen gebeuren en betekenis

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Het analyseren van betekenisverschuiving gerelateerd aan context.

Slide 3 - Slide

Recontextualisatie
als de betekenis wordt overgebracht (en aangepast?)
naar een nieuw gebeuren

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Vraag
Is er een lied dat voor jou een speciale betekenis heeft gekregen door de context waarin je het hoorde?

Slide 7 - Slide

Recontextualisatie in de Bijbel
--- found in translation ---

Slide 8 - Slide

Genesis 12,1-3
JHWH zei tot Abram: "Trek weg uit uw land, uw stam en uw familie, naar het land dat Ik u aan zal wijzen.
Ik zal een groot volk van u maken. Ik zal u zegenen en uw naam groot maken, zodat gij een zegen zult zijn.
Ik zal zegenen die u zegenen, maar die u versmaadt zal Ik vervloeken. Door u zal zegen komen over alle geslachten op aarde."

Slide 9 - Slide

Galaten 3,7-9
Weet dus: degenen uit geloof, diegenen zijn zonen van Abraham.
De Schrift, voorziende dat God de volken door geloof rechtvaardigt, heeft Abraham van tevoren geëvangeliseerd: "In jou zullen al de volken gezegend zijn."
Zo worden dus degenen uit geloof gezegend, samen met de gelovige Abraham.

Slide 10 - Slide

Teksten krijgen nieuwe betekenis als ze worden herlezen

Slide 11 - Slide

Actualisatie: Heb. 3,7-8.12-13
Luistert dus naar wat de heilige Geest zegt: Heden, als gij zijn stem hoort, weest dan niet halsstarrig, zoals eertijds bij het oproer, op de dag van de uitdaging in de woestijn ... Zorgt ervoor, broeders, dat onder u niemand zo'n slechte en trouweloze gezindheid heeft, die leidt tot afval van de levende God. Spreekt elkaar moed in, elke dag, zolang dat 'heden' duurt, zodat niemand zich door de zonde tot zulk een halsstarrigheid laat verleiden.

Slide 12 - Slide

Distantie: Mc. 10,2-9
Er kwamen ook Farizeeën die [Jezus] vroegen: “Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten?” ... Hij antwoordde hun met een wedervraag: “Wat heeft Mozes u voorgeschreven?” Zij zeiden: “Mozes heeft toegestaan een scheidingsbrief op te stellen en haar weg te zenden.” Doch Jezus antwoordde hun: “Om de hardheid van uw hart heeft hij die bepaling voor u neergeschreven. Maar in het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt. ... Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.”

Slide 13 - Slide

Aanvulling: Gen. 12,11-13 / 20,11-12
Voor [Abraham] Egypte binnentrok, zei hij tot zijn vrouw Sarai: `Luister eens; ik weet dat je mooi bent. Als de Egyptenaren je zien en denken dat je mijn vrouw bent, zullen ze mij vermoorden en jou in leven laten. Zeg liever dat je mijn zuster bent; dan zal ik er goed afkomen en om jou in leven blijven.'

Abraham antwoordde: `Ik dacht: veronderstel dat men hier God niet vreest, dan kon men mij wel eens om mijn vrouw vermoorden. Zij is trouwens inderdaad mijn zuster: zij is een dochter van mijn vader, maar niet van mijn moeder; zo is zij mijn vrouw geworden. ...'

Slide 14 - Slide

Vragen bij de teksten
  1. Wie is er, volgens de NT schrijver, in het OT aan het woord?
  2. Wordt de tekst exact geciteerd? Zorgt dat voor een betekenisverschil?
  3. Welke aspecten van de OT context worden meegenomen in het NT? Welke niet?

Slide 15 - Slide