les 2

les 2!!!
ZBOOOOO
1 / 51
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

les 2!!!
ZBOOOOO

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voedingsleer en diëten 2

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de relatie tussen voeding en gezondheid benoemen.
  • Je weet wat er wordt bedoeld met diëten. 
  • Je kunt de verschillende diëten benoemen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Terugblik 
  • Soorten diëten 
  • Voedingsgewoonte
  • opdracht
  • dieet / vochtbalans

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel calorieën worden per dag geadviseerd voor een gezonde man en een vrouw .
A
Man: 2000 cal Vrouw: 2000 cal
B
Man: 2000 cal Vrouw: 2500 cal
C
Man: 2500 cal Vrouw: 2000 cal
D
Man: 3000 cal Vrouw: 2500 cal

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vet bevat geen vitamines
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Dieet
Het woord dieet is afgeleid van het 
Griekse woord diaita:

Het betekent zoiets als: 
"leefregel"

Op voorschrift arts of diëtist

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voedingsgewoonte vs. dieet
Een bepaalde manier van eten óf het klaarmaken van eten. Vanwege cultuur, geloofsovertuiging of omdat het gezond is.

Aangepaste voeding in specifieke situaties, zoals bijvoorbeeld
   voeding bij zwangerschap, kinderen of vegetarisch.


 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke diëten ken jij?
  • Voedings beperkend dieet

  • Voedings verrijkend dieet

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Soorten diëten
Cholesterol beperkt
Energie beperkt
Energie verrijkt
Eiwit verrijkt
Eiwit beperkt
Voedingsvezel verrijkt
Diabetes mellitus
Natrium beperkt
Gluten vrij 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zoek per dieet een product dat wel geschikt is binnen het dieet en een product dat niet geschikt is binnen het dieet



 1. Cholesterolbeperkt dieet
2. Natriumbeperkt dieet
3. Energieverrijkt dieet
4. Glutenvrij dieet
timer
4:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij een diabeet?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Diabetes 
Wat zijn de symptomen bij een te lage bloedsuikerspiegel of Hypo?


Wat zijn de symptomen bij een te hoge bloedsuikerspiegel of Hyper?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Diabetes 
Wat zijn de symptomen bij een te lage bloedsuikerspiegel of Hypo?
Zweten, beven, misselijkheid, hongergevoel, verstoord zicht, duizeligheid hoofdpijn, snelle hartslag, verwardheid en verlies van bewustzijn.

Wat zijn de symptomen bij een te hoge bloedsuikerspiegel of Hyper?
Vaak dorst, veel plassen, droge mond, jeuk, zwaar ademen, zwakte, sufheid, uitdroging aceton geur en uiteindelijk coma. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waar zit de meeste suiker in?
A
Een glas sinaasappelsap
B
Een appel
C
Een stukje melkchocolade

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Gluten vrij 
Coeliakie is een darmziekte. 


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Welk dieet wordt vaak voorgeschreven aan iemand die net een zware operatie heeft gehad?
A
Energiebeperkt
B
Eiwitverrijkt
C
Eiwitbeperkt
D
Voedingsvezelverrijkt

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

EIWIT
Eiwit is een bestanddeel in voeding, dat nodig is voor de opbouw en in-
standhouding van de spieren en bloed en voor herstel bij wonden. Bij ziekte
is eiwit de belangrijkste voedingsstof voor herstel.

Eiwit komt vooral voor in:
• vlees, vis en kip 
• ei 
• kaas, melk en melkproducten 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

VET
Via het vet in onze voeding krijgen we de belangrijke (in vet oplosbare) vitmines A, D, E en K binnen.

Vetten zijn nodig voor het transport van deze vitamines in ons lichaam.

Ons lichaam heeft tenminste 25 gram vet per dag nodig.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wist je dat...

Vitamines heel gevoelig zijn voor licht, water, temperatuur en lucht?

Er veel meer suiker zit in een rijpe banaan dan in een onrijpe banaan?

Paprika de meeste vitamine C bevat van alle groente- en fruitsoorten?




Slide 24 - Slide

This item has no instructions

opdracht
30 min de tijd voor 
dan pauze 15 min

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Voedingsproblemen en vochtbalans
VPK rekenen- deel 1

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Het menselijk lichaam bestaat uit ...% water.
A
30
B
40
C
60
D
90

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Water in het lichaam
Het lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water
  • het meeste zit in de cellen (intracellulair)
  • daarna volgen de weefsels (extracellulair)
  • en dan het bloed

We kunnen maar max 3 dagen zonder water!

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Functies van vocht?
  • Onderhoud van de gezondheid van lichaamscellen
  • Transportsysteem
  • Verwijderen van bijproducten van de stofwisseling
  • Regeling van lichaamstemperatuur door zweten
  • Schokdemping in ogen, ruggenmerg en in vruchtzak rondom de foetus tijdens zwangerschap. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Osmose:  is het proces waarbij water vanzelf van een plek met veel water (weinig opgeloste stoffen) naar een plek met weinig water (veel opgeloste stoffen) stroomt, door een halfdoorlaatbaar membraan.
Nieren:
Je nieren filteren elke dag ongeveer 180 liter voorurine uit je bloed.
Die voorurine bevat veel water, zouten en afvalstoffen.
Bijna al dat water (en nuttige stoffen) wordt weer terug opgenomen in het bloed.
Uiteindelijk plas je maar ongeveer 1,5 liter urine per dag uit.

Darmen:
Je spijsvertering gebruikt ongeveer 8 liter spijsverteringssappen (zoals maagsap, gal, alvleeskliersap). Deze vloeistoffen helpen bij het verteren van voedsel.
Bijna al dat water wordt in de darmen weer terug opgenomen in het lichaam.
Er blijft maar 200 ml vocht over in de ontlasting.

Slide 30 - Slide

Voorurine bestaat dus uit water, afvalstoffen zoals ureum (afkomstig van de lever), zouten, ionen en voedingsstoffen zoals glucose en aminozuren. In de voorurine zitten dus nog heel veel belangrijke stoffen die het lichaam nog nodig heeft
Verlies van vocht?
  • Via de luchtwegen ( 300 - 400ml)
  • Via urine (wisselend)
  • Via ontlasting (100ml per keer - bij diarree kan het oplopen tot enkele liters)
  • Via de huid (500ml per dag) 


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Vochtbalans
Het lichaam houdt het waterpeil in evenwicht
  • een vochtbalans bestaat uit een hoeveelheid ingenomen vocht en een hoeveelheid uitgescheiden vocht

Dus heel simpel; wat komt erin en wat gaat eruit.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Nieren regelen hoeveelheid vocht
Negatieve vochtbalans?
=> nieren produceren minder urine
Urine sterk geconcentreerd = donkergeel

Veel vocht in het lichaam?
=> nieren produceren meer urine
Urine waterig / kleurloos


Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke hormonen regulatie vochtbalans:

Aldosteron = meer natrium vasthouden
ADH (antidiuretisch hormoon) = meer water vasthouden

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak overhydratie? 
Circulatiestoornissen (hartfalen)
Chronisch tekort aan eiwit 
in het bloed 
ondervoeding, leverstoornis, 
nierziekten
Nieren houden teveel vocht vast 
(slechte doorbloeding)  
Plaatselijk: trombose


Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Behandeling overhydratie
Afhankelijk van oorzaak

  1. Hartfalen: vochtafdrijvende middelen / plastabletten (diuretica)
  2. Nierstoornissen: zoutbeperking
  3. Oedeem in benen? Zwachtels / elastische kousen  





Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Behandeling dehydratie?
Vocht toedienen evt met glucose en zout

Gevaar = hypovolemische shock (lichaam te weinig bloedvolume heeft. Hierdoor krijgen organen onvoldoende zuurstof):
Tekort aan volume
Sterke bloeddrukdaling
Vitale organen krijgen te weinig bloed
Levensbedreigend!
Onmiddellijk vocht toedienen


Slide 41 - Slide

Hypovolemische shock wordt veroorzaakt door een tekort aan volume in de bloedvaten. Dit kan gebeuren door ernstige inwendige of uitwendige bloedingen
Wat wordt DOORGAANS meegerekend bij het opstellen van de vochtbalans?

(Let op: het juiste antwoord is onvolledig!)
A
infusie, drinken, uitademing en UP
B
drinken, infusie, transpiratie en drains
C
infusie, sondevoeding, UP en diarree
D
infusie, drinken, UP en drainproductie

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Voedingsproblemen

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Voedingsproblemen
Voeding bij koorts
Voeding bij darmproblemen --> diarree / obstipatie
Voeding bij kauw en slikproblemen
Voedsel overgevoeligheid
Voedselintolerantie

Welke adviezen geef je bij slechte eetlust door ziekte?

Slide 44 - Slide

This item has no instructions



- Bouillon om eetlust op te wekken
- Smakelijk opdienen van eten
- Vaker kleine hoeveelheden
- Geen vette voeding
- Zet het eten zo neer dat de patiënt er makkelijk bij kan
- Geef eten die de patiënt lekker vindt
- Geef eten met een zuurfrisse smaak




- Geef voeding wat makkelijk te kauwen en te doorslikken is
- Voeding op juiste temperatuur
- Hulpmiddelen gebruiken
- Luister goed naar de wensen van de patiënt.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Kauw en slikproblemen

• Neurologische aandoening
• Te hoge spierspanning
• Problemen met kauwen
• Problemen met slikken
• Overmatige vorming van speeksel

Slide 46 - Slide

This item has no instructions


Specifieke problemen bij slikproblemen
Hoe herken je slikproblemen?
  • - voortdurend slikbewegingen maken
  • - voortdurend hoesten
  • - pijn bij het slikken
  • - erg langzaam eten
  • - snelle vermoeidheid tijdens het eten
  • - uit de mond lopen van eten en drinken

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Te weinig voeding?

• Ondergewicht overeenkomstig BMI
• Passief, lusteloos
• Chronisch vermoeidheid (altijd moe zijn)
• Verminderde functies lichaam
• Verminderde belemmerde stoelgang


Te veel voeding?

• Overgewicht overeenkomstig BMI
• Verminderd bewegingspatroon
• Chronisch vermoeidheid
• Verminderde functies lichaam
• Verminderde, belemmerde stoelgang/uitscheiding


Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Opdracht vochtbalans
vragen ???
Individuele opdracht 
Gezamenlijk nakijken

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Slide 51 - Slide

This item has no instructions