M2 Luisteren

Luisteroefeningen 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Luisteroefeningen 

Slide 1 - Slide

Text 1
Bij deze tekst zitten vier richtig = goed en falsch = fout- vragen. 
Je kunt elk fragment tijdtechnisch 2x luisteren. Hiervoor druk je op het luidsprekertje. 
Heb je het fragment twee keer gehoord, klik dan op het antwoord wat je denkt dat het is (dus is de stelling juist of niet juist). Als je een vraag hebt beantwoord kun je niet meer terug.

Slide 2 - Slide

Text 1: Frage 1:

De meeste familieleden van Amina wonen in Tunesië.
A
richtig (goed)
B
falsch (fout)

Slide 3 - Quiz

Text 1: Frage 2

Amina weet niet of haar nichten al getrouwd zijn.
A
richtig (goed)
B
falsch (fout)

Slide 4 - Quiz

Text 1: Frage 3

Amina vindt het prettig om met een vriendin Duits te kunnen praten.
A
richtig (goed)
B
falsch (fout)

Slide 5 - Quiz

Text 1: Frage 4

Caitlin en Amina zitten bij elkaar in de klas.
A
richtig (goed)
B
falsch (fout)

Slide 6 - Quiz

Text 2
Bij deze tekst zitten zes richtig = goed en falsch = fout-vragen
Je kunt elk fragment tijdtechnisch 2x luisteren. Hiervoor druk je op het luidsprekertje. 
Heb je het fragment twee keer gehoord, klik dan op het goede antwoord. Als je een vraag hebt beantwoord kun je niet meer terug.

Slide 7 - Slide

Text 2 - Frage 1
Anna woont pas in Burghausen
A
richtig
B
falsch

Slide 8 - Quiz

Text 2 - Frage 2
Anna’s broer en Lena’s zus zitten bij elkaar in de klas.
A
richtig
B
falsch

Slide 9 - Quiz

Text 2 - Frage 3
Tarik vindt dat Anna lid van zijn voetbalclub moet worden.
A
richtig
B
falsch

Slide 10 - Quiz

Text 2 - Frage 4
De computercursus duurt tot zeven uur.
A
richtig
B
falsch

Slide 11 - Quiz

Text 2 - Frage 5
Anna is goed in Engels.
A
richtig
B
falsch

Slide 12 - Quiz

Text 2 - Frage 6
Volgens Tarik zijn de andere kinderen nieuwsgierig naar Anna.
A
richtig
B
falsch

Slide 13 - Quiz

Text 3
Bij deze tekst zitten 4 richtig = goed en falsch = fout-vragen
Je kunt elk fragment tijdtechnisch 2x luisteren. Hiervoor druk je op het luidsprekertje. 
Heb je het fragment twee keer gehoord, klik dan op het goede antwoord. Als je een vraag hebt beantwoord kun je niet meer terug.

Slide 14 - Slide

Text 3: Frage 1
De koe kon van achteren op
het dak van de garage lopen.
A
richtig
B
falsch

Slide 15 - Quiz

Text 3: Frage 2
Het zwembad was met een
plastic zeil bedekt.
A
richtig
B
falsch

Slide 16 - Quiz

Text 3: Frage 3
Het paard is bij de actie gewond geraakt.
A
richtig
B
falsch

Slide 17 - Quiz

Text 3: Frage 4
De wasbeer was agressief
tegen de kraanbestuurder
A
richtig
B
falsch

Slide 18 - Quiz

Text 4
Bij deze tekst zitten 6 keuze vragen.
Je kunt elk fragment tijdtechnisch 2x luisteren. Hiervoor druk je op het luidsprekertje. 
Heb je het fragment twee keer gehoord, klik dan op het goede antwoord. Als je een vraag hebt beantwoord kun je niet meer terug.

Slide 19 - Slide

Text 4: Frage 1
Welke vraag wordt in deze
uitzending behandeld?
A
Hoe kun je beter voor je kat zorgen?
B
Waarom zijn katten zo makkelijke huisdieren?
C
Wat moet je doen als je een kat in huis neemt?

Slide 20 - Quiz

Text 4: Frage 2
Welke tip geeft de dierenarts
voor de transportbak?
A
Die kun je ook thuis voor de kat gebruiken.
B
Die moet alleen van boven open kunnen.
C
Die moet handig voor in de auto zijn.

Slide 21 - Quiz

Text 4: Frage 3
Waarop moet je bij het
kattenvoer letten?
A
Op de ingrediënten van het voer.
B
Op de leeftijd van de kat.
C
Op de voorkeuren van de kat.

Slide 22 - Quiz

Text 4: Frage 4
Waarom hebben sommige
katten overgewicht?
A
Ze bewegen te weinig.
B
Ze eten te veel.
C
Ze worden verwend.

Slide 23 - Quiz

Text 4: Frage 5

Wat wordt over het drinken gezegd?
A
Dat hoef je niet extra te geven.
B
Je kunt het beste water geven.
C
Katten drinken het liefst melk.

Slide 24 - Quiz

Text 4: Frage 6
Wat zegt de dierenarts over kattenbakken?
A
Katten willen het liefst eentje met deksel.
B
Ze moeten voor de kat altijd bereikbaar zijn.
C
Ze zijn vaak veel te groot.

Slide 25 - Quiz