3.2 Het christendom in Europa

1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Tijd van Monniken en Ridders
3.2 Het christendom in Europa 

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Leerdoelen terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Aan de slag
5. Beeldmateriaal
6. Leerdoelen nabespreken

Slide 4 - Slide

Leerdoelen terugkoppeling
Je weet wat feodale verhoudingen zijn.

Je kunt uitleggen dat domeinen via het hofstelsel zelfvoorzienend waren.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen waardoor het christendom na het einde van het West-Romeinse Rijk een terugval doormaakte. 

2. Je kunt beschrijven hoe het christendom zich in de vroege Middeleeuwen over Europa verspreidde. 

3. Je kunt het wederzijdse belang dat vorsten en geestelijken hadden bij samenwerking uitleggen.



Kenmerkend aspect: 

12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.


Slide 6 - Slide

Theorie
In de vierde en vijfde eeuw had het christendom zich over het hele Romeinse Rijk verspreid. Maar het kostte priesters veel moeite om mensen over te halen. Daarom deden priesters soms wat water bij de wijn: ongelovige mensen mochten - mits ze wel christelijk werden - gebruik blijven maken van eigen gebruiken.

Opschrijven:
Het christendom verloor na de val van het West-Romeinse Rijk eerst veel terrein omdat Germaanse koningen vaak niet christelijk waren en vasthielden aan eigen geloof. 

Slide 7 - Slide

Theorie
De Frankische koning Clovis was bijvoorbeeld nog niet christelijk. Clovis wilde een een nog groter rijk dan hij al had. 

Hij liet zich daarom dopen (en bekeren) zodat hij steun kreeg van christelijke - en machtige -  bisschoppen. Clovis kon nu zijn rijk groter maken door nieuwe gebieden (Gallie) te veroveren. Politiek of echt christelijk? 



Slide 8 - Slide

Theorie
Opschrijven:
Door de bekering van Clovis naar het christendom werd een groot deel van Europa christelijk. De rest van de Franken werd gedwongen zich ook te laten dopen. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Theorie
Koningen en geestelijken (?) werkten goed samen. Koningen beschermden geestelijken met het zwaard en door het schenken van grond aan kerken en kloosters. Geestelijken konden daarentegen weer lezen en schrijven en hielpen daarom vaak de koning. Bovendien benadrukte de kerk dat koningen door God waren aangesteld. 

Opschrijven:
De kerk versterkte de machtspositie van de koning. Want wie ongehoorzaam is aan de koning, is ongehoorzaam tegen God. 

Slide 11 - Slide

Theorie
De bekering van het 'normale' volk in West-Europa, was het werk van missionarissen. Vaak kwamen zij uit Engeland en werden vergezeld door bewapende Frankische soldaten. De Frankische koningen wilden namelijk dat iedereen christelijk werd. Waarom..? 

Opschrijven:
Missionarissen waren christenen die onder niet-christenen het geloof verspreidt. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Verplicht:
- lees alinea kloosterleven en maak aantekeningen.
- Expertopdracht (kies 1 leerdoel, schrijf 
deze uit met antwoord en leg het je 
buurman/vrouw uit) 

Keuze: 
- Kijk WieWatWanneer (verspreiding christendom in Europa)
- Begin met invullen van de toetsvoorbereiding


timer
10:00

Slide 18 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen waardoor het christendom na het einde van het West-Romeinse Rijk een terugval doormaakte. 

2. Je kunt beschrijven hoe het christendom zich in de vroege Middeleeuwen over Europa verspreidde. 

3. Je begrijpt het wederzijdse belang dat vorsten en geestelijken hadden bij samenwerking.



Kenmerkend aspect: 

12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.


Slide 19 - Slide